Werkgever moet bij hitte meer doen dan op een ijsje trakteren
Het is warm. Tropisch warm zelfs. Voor veel vakantiegangers zijn dat welkome temperaturen. Anderen kijken reikhalzend uit naar mildere temperaturen. Voor hen die buiten werken, zijn het slopende dagen. Werkgevers hebben hun verantwoordelijkheid te nemen om gezondheidsrisico’s van hun medewerkers te verkleinen.
Het aantal hittegolven neemt toe, als gevolg van klimaatverandering. Sinds 1901 houdt het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) het aantal hittegolven bij. Van de dertig die er sindsdien plaatsvonden, waren er veertien in deze eeuw. De laatste dateert van augustus vorig jaar, toen de hittegolf acht dagen duurde en er een maximumtemperatuur van 32,3 graden Celsius werd gemeten.
„Het getuigt van goed werkgeverschap als werkgevers duidelijkheid scheppen wanneer het te warm is om te werken”
Als er langdurige warmte wordt verwacht, kondigt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een Nationaal Hitteplan af, een waarschuwingssysteem bedoeld voor organisaties en professionals in de zorg. De oproep is dan: zorg voor elkaar en met name voor kwetsbare groepen zoals ouderen, chronisch zieken en jonge kinderen. Of dat hitteplan in werking treedt, hangt niet alleen samen met de maximumtemperatuur overdag, maar ook met de nachttemperatuur, de gevoelstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Het getuigt van verantwoordelijkheid dat de maatschappij zich op deze manier voorbereidt op warmte om kwetsbaren te beschermen tegen de risico’s van (langdurige) hitte. Want de schade kan –zeker bij deze doelgroep– groot zijn.
Ook werkgevers hebben hun verantwoordelijkheid, zeker voor werknemers die buitenwerk moeten doen, zoals bouwvakkers, schilders en wegwerkers. Maar ook niet elke school of elk kantoorpand is bestand tegen hittegolven; de binnentemperatuur kan flink oplopen.
Op een ijsje trakteren is dan natuurlijk altijd goed –alleen al voor de goede sfeer–, maar de verantwoordelijkheid reikt uiteraard verder. Het Arbobesluit bepaalt dat de temperatuur op de werkplek „geen schade aan de gezondheid van de werknemers” mag veroorzaken. Werkgevers moeten er alles aan doen om gezondheidsklachten en -schade te voorkomen. Echter, wanneer ze precies maatregelen moeten nemen, welke temperatuur te hoog is en welke maatregelen passend zijn, staat niet nader gespecificeerd.
Dat is enerzijds logisch, omdat de belastbaarheid van banen en individuele personen nogal verschilt. Maatwerk lijkt ook hier het devies. Anderzijds blijken cao’s en arboregelgeving nogal tekort te schieten, zo bleek vorige week uit onderzoek van de Vrije Universiteit. Onderzoeker Jan Popma legt er de vinger bij dat er weinig leidraden functioneren die moeten bepalen wanneer het te warm is en wat er concreet gedaan kan worden om het werk bij hoge temperaturen te kunnen blijven doen.
Juist nu hittegolven vaker voorkomen en in de toekomst waarschijnlijk niet schaarser worden, zijn werkgevers aan zet. Het getuigt van goed werkgeverschap als ze hierin hun verantwoordelijkheid nemen: schep duidelijkheid wanneer het te warm is om te werken en wat er gedaan kan worden om tijdens hitte aan het werk te blijven.