Maandag zei al–Assad in een interview met de Amerikaanse blad Time dat hij de 14.000 Syrische militairen binnen enkele maanden wil terugtrekken uit Libanon, maar hij noemde geen datum.

De oppositie in Libanon vinden dat al–Assad een „officiële aankondiging" moet doen voor een algehele en „eervolle" terugtrekking van het Syrische leger en de Syrische inlichtingendiensten.

De oppositie eist ook het „onmiddellijk” aftreden van de openbaar aanklager van Libanon en zes chefs van de veiligheidsdiensten. De oppositie wil er zeker van zijn dat het onderzoek naar de moordaanslag op ex–premier Rafiq al–Hariri op 14 februari eerlijk verloopt. De oppositie houdt de topfunctionarissen verantwoordleijk voor deze aanslag, waarbij achttien mensen omkwamen en 220 gewond raakten.

„Dit is de voorwaarde voor onze deelname aan wat dan ook in de toekomst”, aldus oppositieleider Ahmad Fatfat in een verklaring die hij voorlas in het huis van druzenleider Jumblatt. Eerder zeiden sommige deelnemers dat de oppositie niet deel zou willen uitmaken van een overgangsregering. De druzenleider zei dat een compromis met de door Syrië gesteunde president Lahoud afhangt van „de ontmanteling van het veiligheidsapparaat”.

Fatfat zei ook dat de oppositie twee afgevaardigden zal sturen naar Lahoud als deze een datum heeft vastgesteld voor de benoeming van een nieuwe premier. Die moet premier Karami opvolgen, die deze week ontslag nam na massale straatprotesten. De oppositie houdt Karami verantwoordelijk voor de aanslag op al–Hariri. De nieuwe regering moet de moordaanslag onderzoeken en nieuwe verkiezingen in mei voorbereiden.

Ook woensdag gingen in de Libanaese hoofdstad Beiroet duizenden mensen de straat op om te demonstreren tegen de Syrische aanwezigheid.