Ds. Oldenhuis over gastvrijheid: „Alsof ik volkomen lucht voor ze was”
Wekelijkse blik op de kerkelijke bladen en blogs, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
Reveil
„Gastvrijheid is iets moois. Het geeft meteen verbinding. Als je ergens komt en je wordt welkom geheten, dan voelt dat goed. Het is een beetje thuiskomen. Zeker als je ergens voor de eerste keer komt. Zo zou het in elk geval moeten, maar de praktijk is helaas vaak net even anders.
Op zondag ben ik nogal eens op pad om ergens in den lande te preken. Predikanten en kerkelijk werkers hebben uiteraard ook hun vrije zondagen en dan moet er een predikant van elders komen om voor te gaan. De preekregelaar in de gemeente zorgt ervoor dat het rooster voor de zondagse erediensten ingevuld wordt, wat voorwaar geen gemakkelijke taak is. Het is vaak een vergeten ambt in de kerk, maar dat alles terzijde. Het gaat mij nu even om de gastvrijheid.
Zo was ik onlangs uitgenodigd om voor te gaan in een vacante gemeente. Ik was er nog niet eerder geweest en ik dacht, laat ik maar vroeg op pad gaan, dan kunnen we in de kerkenraadskamer nog even de nodige zaken doorspreken. Dat vergt nu eenmaal tijd. Dus op die zondag vroeg uit de veren. Afgestoft en opgetut stond ik na een tijdje sturen op de parkeerplaats van de bewuste kerk. Een vriendelijke kerkganger wees mij de weg naar de kerkenraadskamer. Twee broeders en een zuster bevolkten op dat moment de gemelde ruimte. Ik ging naar binnen en gaf de mensen vervolgens een hand. Ondertussen gingen ze verder met hun gesprek over van alles en nog wat. Het was alsof ik volkomen lucht voor ze was.
Ik trok mijn toga aan en ging alvast bij de tafel zitten om wat in mijn dienstboek te bladeren. Na een minuut of vijf –en dat duurt dan wel heel lang– vroeg ik of ik eigenlijk wel welkom was en of ik misschien bij de verkeerde kerk was. De waarde zuster verschoot van kleur en zei dat ik héél welkom was en dat ze blij waren dat ik er was. Ik zei dat ik daar helemaal niets van vernomen had en dat ik graag wilde weten of er nog bijzonderheden waren. Nee, helemaal niets zeiden ze, ja misschien heeft de scriba nog wat, maar dan hoort u het wel.
Jammer dat zoiets gebeurt en zeker in de kerk. Natuurlijk was ik daar een vreemde eend in de bijt, maar toch. Gastvrijheid gaat gepaard met vriendelijkheid en wat jammer als dat ontbreekt. Paulus schrijft in een van zijn brieven dat jouw vriendelijkheid aan alle mensen bekend moet worden.
Dus niet alleen aan degenen die je kent, maar ook aan degenen die op je levenspad komen. De kerk gaat helaas in dezen vaak niet voorop. De vreemdeling –dominee of niet– blijft maar al te vaak vreemdeling. Hetzelfde ervaar je ook in andere settings. Kom bijvoorbeeld maar eens alleen op een receptie en probeer er dan ergens tussen te komen. Dat kun je vaak vergeten.
Een beetje vriendelijkheid en openheid naar elkaar toe is van levensbelang, zeker in een tijd waarin het egoïsme steeds grotere vormen aanneemt. Het is al kil genoeg in de wereld.”
Emerituspredikant ds. T.J. (Tammo) Oldenhuis schrijft in het maandblad Reveil dat er nog terrein valt te winnen op het gebied van gastvrijheid.