„En hij zei tot mij: Schrijf, zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft des Lams. En hij zei tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods.”

Laat u niet afschrikken, door afzien van alle eigen werken, door een gelovige omhelzing van het aangeboden heil en de aangeboden werking van de Geest Jezus’ gerechtigheid deelachtig te worden. Laat u na vergeefs herhaalde aanbieding van uzelf aan God niet terughouden, maar onderzoek of het u ook daaraan hapert dat u nog nimmer recht ontbloot van al het uwe kwam, en of u wel immer rechtgelovig op Gods nodiging en aanbod hebt durven vertrouwen, dat de Heere ook u met het heilig siergewaad bekleden wil.

Bent u op ware zielsvrede gesteld? Weet dat deze niet door achter te blijven, maar door gelovig komen verkregen wordt. Erkent voorts God vrij in tijd en wijze om dat te werken en te geven. Houd u daarom in de weg van aanbevolen plichten. Wacht in die weg op de genade van de Heere. Wees verzekerd, komt u op de nodigende roepstem van de Heere steeds armoedig en gelovig tot Hem. U zult op ’s Heeren tijd zeker ervaren dat uw ziel getroost wordt. God Zelf zal uw ziel hier reeds in beginsel doen aanzitten aan Zijn tafel, door u te schenken in meerdere of mindere mate al die zielsvergenoegende heilsgoederen van Zijn Koninkrijk waarop uw ziel verliefd is, en daarna zal Hij u de volle verzadiging geven aan het avondmaal van de bruiloft des Lams.

_Theodorus Adrianus Clarisse,
predikant te Amsterdam

(”Een drietal leerredenen, Lukas 14:15 tot en met 24”, 1779)_