Grote verhuurders spekken hun kas met te hoge servicekosten
Vastgoedbedrijven brengen niet zelden te veel servicekosten in rekening bij hun huurders, ziet de Huurcommissie. Zo maken ze er winst op. Dat mag niet. Klagende huurders krijgen meestal gelijk.
Het kan onwetendheid zijn, maar er zijn ook verhuurders genoeg die „moedwillig” te veel servicekosten in rekening brengen bij hun huurders, simpelweg „om hun opbrengsten te optimaliseren”. Die conclusie trekt de Huurcommissie in haar jaarverslag over 2023. In dat jaar zag ze het aantal zaken rond servicekosten stijgen tot ruim 3500, 60 procent meer dan een jaar eerder.
Huurders die over te hoge servicekosten klaagden, kregen meestal gelijk. Woningcorporaties kregen in 60 procent van die zaken een tik op de vingers van de Huurcommissie, private verhuurders zelfs in negen van de tien gevallen. Al die zaken waarin huurders gelijk kregen, leverden hen gemiddeld 55 euro per maand op.
Een derde van al die klachten draaide om complexen met tien of meer woningen. De verhuurders daarvan vragen vaak een kale huurprijs onder de grens van de sociale sector en doen daar vervolgens een fors bedrag aan servicekosten bovenop voor zaken als schoonmaak, een huismeester of internet. Maar niet zelden ook voor zaken die niet onder servicekosten mogen vallen, zoals de aanwezigheid van een fitnessruimte.
Torenhoge tarieven
Verhuurders mogen niet verdienen op servicekosten. Daarom moeten zij hun huurders elk jaar een onderbouwde afrekening sturen. Maar de Huurcommissie ziet ook dat verhuurders voor die facturering een dochteronderneming inzetten. Die dochter brengt dan torenhoge tarieven in rekening bij zo’n verhuurder, en die zet die kosten vervolgens op de afrekening. „Zo wordt langs die weg toch winst op servicekosten gemaakt”, zegt commissielid Jurriën Deckers in het jaarverslag. „Dat mag niet.”
Met een uitspraak van de Huurcommissie is de kous niet altijd af. Zo’n uitspraak is weliswaar bindend, maar een verhuurder kan nog wel naar de rechter stappen. Dat gebeurt ook. De Huurcommissie noemt geen namen, maar krijgt jaar in, jaar uit klachten over Change=, een vastgoedbedrijf met complexen in Amsterdam en Utrecht. Dat stapt nu zelfs naar de Hoge Raad met klachten over het jaar 2019.
Intussen wachten huurders nog steeds op het geld dat Change= moet terugbetalen. Boven op de huur van zo’n 650 euro betaalden die 162 euro aan servicekosten, terwijl volgens de Huurcommissie 42 euro terecht was. Terugbetalen zou het vastgoedbedrijf al met al een paar miljoen euro kosten, heeft !Woon berekend, de stichting die de klagende huurders ondersteunde.
Verdienmodel
„Het is gewoon een verdienmodel”, zegt Dennis Weel, voorzitter van de huurdersvereniging van een van de Change=-complexen. Aanvankelijk vroeg Change= zijn huurders geld voor het verplichte lidmaatschap van de community van bewoners, vertelt hij. „Daar zette de rechter een streep door, en toen hebben ze het bedrag toegevoegd aan de servicekosten. Dat mag dus ook niet.”
„Het is gewoon een verdienmodel” - Dennis Weel, voorzitter van een huurdersvereniging
De Huurcommissie ziet ook een andere categorie verhuurders die fouten maakt met servicekosten: particulieren die een paar woningen in de verhuur hebben. Vaak „welwillende verhuurders”, stelt de commissie, die niet weten aan welke eisen een afrekening moet voldoen of die hun administratie niet op orde hebben. „Voor een correcte afrekening en controle daarop is inzicht nodig in tientallen facturen”, schrijft de commissie in haar verslag. „Neem een accountant in de arm”, voegt commissielid Eugène Menagé daaraan toe. „Het scheelt duizenden euro’s als je het netjes doet.”
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) werkt intussen aan een aanscherping van de regels. Hij wil verduidelijken wat er wel en niet onder servicekosten mag worden gerekend, zodat een huurder alleen betaalt voor zaken die noodzakelijk zijn om goed te kunnen wonen. Het is de bedoeling dat die nieuwe regels begin volgend jaar van kracht worden.