Verdere samensmelting AI en zoekmachine niet goed voor vrije informatiegaring op internet
Door kunstmatige intelligentie (AI) vergaand te integreren in zijn veelgebruikte zoekmachine, slaat Google een belangrijke slag in de titanenstrijd met zijn directe concurrenten. De vraag is of het internet ermee gediend is.
Terwijl in de achterliggende maanden tal van slimme chatbots het licht zagen, werkte Google aan de integratie van kunstmatige intelligentie in zijn veelgebruikte zoekmachine. Wereldwijd zijn er elke dag honderden miljoenen mensen die zoeken via Google. Samen zijn ze goed voor 99.000 zoekopdrachten per seconde. Van alle zoekopdrachten die mensen via internet doen, verloopt bijna 92 procent via Google. Andere zoekmachines als Bing en Yahoo tellen nauwelijks mee.
Geen wonder dus dat Google er alles aan gelegen is om die dominante positie uit te nutten in de strijd met concurrenten als OpenAI en Microsoft. Dinsdag presenteerde het techbedrijf zijn plannen voor de integratie van AI in zijn zoekmachine. Daaruit wordt duidelijk dat zoeken op internet binnenkort ingrijpend verandert.
Tot nu toe moet een internetgebruiker via zoekopdrachten zijn informatie zelf bij elkaar browsen. Google geeft weliswaar een opsomming van relevante links, maar de gebruiker moet nog steeds doorklikken naar al die verschillende websites om informatie voor een recept, een reis of een spreekbeurt te vinden.
In de nieuwe versie van Googles zoekmachine, later dit jaar beschikbaar, is al dat werk niet meer nodig. Met behulp van kunstmatige intelligentie krijgt de zoeker direct een uitgebreide samenvatting voorgeschoteld van alle informatie die Google vindt, zonder dat doorgeklikt hoeft te worden naar allerlei onderliggende websites. Zoeken wordt veel efficiënter, is de belofte. Of, in de woorden van de techgigant: „Let Google do the Googling for you.”
Met dit alles heeft het bedrijf maar één doel: zo veel mogelijk bezoekers binnen z’n eigen zoekmachine houden. Daarmee is de zoekpagina nog interessanter voor adverteerders, de belangrijkste inkomstenbron van Google. Met deze aanpassing van zijn zoekmachine is de toch al enorme dominantie voorlopig gegarandeerd. Strategisch gezien een uiterst slimme zet.
Het internet is echter niet gediend met zo’n ”walled garden”, een ommuurde tuin, waarin gebruikers niet verder komen dan Google wil. Google bepaalt straks niet alleen welke websites bovenaan staan, maar ook welke informatie relevant is, en hoe de zoeker deze te zien krijgt. Dat doet afbreuk aan de autonomie van de gewone internetter.
Ook bedrijven, die maar wat graag gevonden willen worden via de zoekmachine, worden nog afhankelijker van de grillen van de techgigant. Het gerenommeerde onderzoeksbureau Gartner verwacht dat verkeer via Google naar andere websites met maar liefst 25 procent zal afnemen. Voor veel bedrijven is dat een aderlating.
Zo verstevigt Google zijn greep op de ‘vrije’ informatiegaring, waarvoor het internet ooit was bedoeld. Daarmee is iets dat gepresenteerd wordt als vooruitgang in werkelijkheid een stap terug.