Geweldsgolf tegen politici in Duitsland; „Daders voelen zich niet gehoord”
SPD-politicus Matthias Ecke raakte anderhalve week geleden ernstig gewond toen hij in elkaar werd geslagen tijdens het ophangen van verkiezingsposters in Dresden. Ook andere politici kampen met verbaal en fysiek geweld. Achter deze daden schuilen gevoelens van onmacht, stellen experts.
Voor menig Duitser is 2024 een ”Superwahljahr”. Niet alleen mag een groot deel van de bevolking in juni naar de stembus voor de Europese verkiezingen, in september worden ook in drie Oost-Duitse deelstaten nieuwe parlementen gekozen.
Vreedzaam verlopen de campagnes allerminst. Behalve SPD’er Matthias Ecke, werden vorige week woensdag ook twee politici van de radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) in Stuttgart aangevallen toen ze campagne voerden voor de partij. Daarbij raakten ze lichtgewond.
Dinsdag werd Franziska Giffey –de Berlijnse senator voor Economische Zaken en van 2021 tot 2023 burgemeester van de Duitse hoofdstad– tijdens een bezoek aan een openbare bibliotheek in Berlijn in de rug aangevallen. Diezelfde dag werd kandidaat-raadslid Yvonne Mosler van de Groenen belaagd, bedreigd en bespuugd.
De nationale nieuwszender Deutschlandfunk meldt dat eerder ook leden van de partij in Chemnitz en Zwickau het moesten ontgelden, net als campagnemedewerkers in Freiberg en Penig. In Nordhorn werd AfD-parlementslid Holger Kühnlenz aangevallen bij een informatiestand.
Schandalig
Politiek geweld is geen nieuw fenomeen in Duitsland, maar is de laatste jaren wel enorm toegenomen. Sinds de moord op CDU-politicus Walter Lübcke door een neonazi in 2019 houdt de Duitse regering statistieken bij over bedreigingen tegen politici. Vorig jaar werden er 2790 aanvallen gemeld. Dat was een stijging van 53 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. In bijna de helft van de gevallen waren politici van de Groenen het doelwit, gevolgd door AfD (478 meldingen) en SPD (420 meldingen).
In Duitsland wordt vol afschuw op de geweldsgolf gereageerd. Bondskanselier Olaf Scholz noemde de aanvallen woensdag „schandalig en laf”. Vanuit verschillende kanten wordt de AfD als dader aangewezen. Zo zeiden Henning Homann en Katrin Michel, de duovoorzitters van de SPD in Saksen: „Het zaad dat de partij en andere extreemrechtsen hebben gezaaid, ontkiemt nu.”
Toch is het de vraag in hoeverre de AfD verantwoordelijk kan worden gehouden. Bekend is dat in ieder geval een deel van de verdachten uit rechts-extremistische hoek komt. De vier tieners die verdacht worden gehouden van de mishandeling van Ecke, bleken lid van de in februari opgerichte Elblandrevolte, die de straten opgaat met slogans als ”Wij zijn de jeugd zonder migratieachtergrond”.
Sociale media
Toch voert het volgens socioloog Wilhelm Heitmeyer te ver alleen de AfD de schuld te geven. De feiten tonen namelijk aan dat ook AfD-politici slachtoffer zijn. Bovendien, zo zei hij tegen Deutschlandfunk, „worden radicale vijandelijke stereotypen nu overal gebruikt. Met de onheilsretoriek van de AfD legitimeren gewelddadige rechtsextremisten een recht op zelfverdediging, maar ook linksextremisten dragen, gevoed door hun eigen houding van superioriteit, bij aan een klimaat van angst.”
Onderwijsonderzoekster Nina Kolleck zei tegen Deutschlandfunk een verband te zien tussen geweld en bezuinigingen op onderwijs. „De neiging tot geweld is vooral onder jongeren drastisch toegenomen. Als er zo gekort wordt op democratisch onderwijs, terwijl op hetzelfde moment racistische en geweldverheerlijkende video’s op sociale media domineren, hebben we een groot probleem.”
Ook socioloog Holger Lengfeld is ervan overtuigd dat sociale media een belangrijke rol spelen. „Radicalisering vindt online plaats. Het is daardoor voor mensen met extreme opvattingen heel gemakkelijk om gelijkgezinden te ontmoeten”, zei hij tegen Tagesschau.
Tegenover dezelfde omroep benadrukte politicoloog Wolfgang Merkel dat de getroffen partijen het geweld voor een deel ook aan zichzelf te danken hebben. „We leven in een wereld met buitengewoon veel complexe problemen. Denk alleen al aan het klimaatprobleem, migratie, oorlogen en inflatie. De regering slaagt er niet in die op te lossen. Het is daarom niet verwonderlijk dat een deel van de bevolking zich machteloos voelt en zich wendt tot geweldpleging.”
Bekrompen
Momenteel gaan er in de Duitse politiek stemmen op om geweld tegen politici strenger te bestraffen. De ministers van Binnenlandse Zaken van alle deelstaten zouden daar al een akkoord over hebben bereikt. Dat vindt Lengfeld echter niet de oplossing. „Mensen die politici aanvallen, zijn niet geïnteresseerd in hun straf. Ze geloven dat ze handelen namens een grote groep en voelen zich daardoor gelegitimeerd.”
Ook Merkel ziet geen heil in zwaardere straffen. „Ik denk dat we voldoende strafrechtelijke mogelijkheden hebben om dergelijke daden te vervolgen. Bovendien is het bekrompen om te denken dat strengere wetten een oplossing bieden. Dat is niet zo. Het wantrouwen jegens politici zal daardoor echt niet verdwijnen.”
„Strengere straffen nemen het wantrouwen jegens politici echt niet weg ” - Wolfgang Merkel, politicoloog
Wat wel helpt, vindt de politicoloog lastig te zeggen. „Het probleem is dat polarisatie niet geïsoleerd is in alleen Saksen of Duitsland, maar een fenomeen is geworden in veel westerse samenlevingen. Daarom moeten we niet denken dat het morgen zal verdwijnen.”
Toch is Merkel niet alleen maar pessimistisch. „De geschiedenis gaat gelukkig niet altijd in één richting. Er kan iets veranderen, maar daarvoor is het wel zaak dat de regering efficiënte oplossingen voor huidige maatschappelijke problemen gaat aandragen.”
Bovendien moet de politiek af van een ”vriend-vijandmentaliteit”, vindt Lengfeld. „Mensen die tot een andere partij behoren, worden als concurrenten gezien. Je mag politieke opvattingen afwijzen, maar ga iemand niet als persoon afkeuren. Daar heeft de politiek een belangrijke stap te zetten.”