‘Westminster’ als markante mijlpaal
Twee zwagers waren het meer dan eens: veel waardevolle publicaties, zowel preken als stichtelijke toespraken, verdienden het om bewaard te blijven voor het nageslacht. Ruim elf jaar geleden werd de stichting Lectori Salutem opgericht. De honderdste publicatie is nu de markante mijlpaal: de Westminster Confessie is weer beschikbaar in het Nederlands. Voor 2,50 euro, of voor 5,50 gulden.
Het is bekend dat ds. C. J. Meeuse, predikant van de Gereformeerde Gemeenten, gedreven is, veel schrijft en altijd ijverig zoekt naar kanalen om te publiceren. Zijn zwager, K. Karels uit Veenendaal, is niet alleen ambtsdrager in hetzelfde kerkverband, maar ook bedrijfsmatig bekend met de wereld van automatisering en communicatie. Beiden zijn het er van harte over eens dat de moderne communicatiemiddelen zorgen baren, maar ook goed gebruikt kunnen worden.
Met deze ’ingrediënten’ kwam rond 1990 de stichting van de grond. De naam geeft de diepste wens van het bestuur aan. Lectori Salutem: heil voor de lezer. Ds. Meeuse en Karels vroegen geestelijk gelijkgezinden mee te denken. In het bestuur van de interkerkelijke stichting namen onder anderen zitting drs. A. Ros (Gereformeerde Gemeenten in Nederland), J. Mastenbroek (Gereformeerde Gemeenten), dr. R. Bisschop (Oud Gereformeerde Gemeenten), J. de Jager (Gereformeerde Gemeenten), de voormalige christelijk gereformeerde predikant ds. J. Veenendaal en dr. P. de Vries (hervormd). De laatste haakte destijds af vanwege zijn gezondheid. Voor hem kwam ds. H. Zweistra (hervormd) in de plaats.
Niet verloren
Veel voorhanden zijnd materiaal uit de bevindelijke traditie dreigt verloren te gaan. Dat wekte bezorgdheid. De doelstelling was snel geformuleerd: „Het uitgeven van preken en andere stichtelijke lectuur die anders wellicht niet uitgegeven zouden worden, of voor het nageslacht verloren zouden gaan.”
Lectori Salutem biedt haar diensten aan kerkenraden aan om bijvoorbeeld gelegenheidspreken uit te geven, uitgaven of heruitgaven van levensbeschrijvingen van kinderen Gods te verzorgen, of waardevolle preken en geschriften uit te geven.
Van meet af aan volgde het bestuur een meersporenbeleid: „Enerzijds was er de hoofdlijn van de uitgave van belangrijke geschriften, zoals de Ziekentroost voorzien van teksten, brieven van Guido de Brès en een referaat van ds. A. Moerkerken over de houding ten aanzien van waarden en normen. Anderzijds werden in klein formaat uitdeelbrochures gepubliceerd, waarin zaken zoals televisiebezit, het dragen van wereldse kleding, het kaartspel en gokken onder de loep van Gods Woord komen”, aldus Karels.
Kanaal
De stichting wil een kanaal zijn om uitgaven te verzorgen voor kerkenraden, stichtingen en deputaatschappen, zonder de reguliere uitgevers in de wielen te rijden. Zo zijn ook heel wat publicaties van het Israël-deputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten gepubliceerd en daarmee aan de vergetelheid ontrukt.
Het bestuur vergadert twee middagen per jaar in het Veenendaalse kantoor van ICT-specialist Karels. „We publiceren alleen als we het unaniem eens zijn over het nut van het werk. Maar we hoeven nooit te stemmen”, aldus bestuurslid J. de Jager. Karels: „We zijn eensgezind, ondanks kerkelijke verschillen. Het is een sterke band die ons samenbindt.”
Bovenkerkelijk
De bedoeling is alleen te publiceren als het geschrift een bovenkerkelijk belang dient. „Zo is ooit eendrachtig besloten een publicatie van ds. Meeuse over het eigene van de Gereformeerde Gemeenten niet onder de vlag van de stichting te publiceren”, aldus de bestuursleden. Daarentegen is een artikel van zijn hand over het doen van belijdenis –in dit geval zonder een toespitsing naar het eigen kerkverband– wél uitgegeven, omdat het volgens Karels en De Jager „kerkmuren overstijgt.”
De stichting voegde juist afgelopen tijd een nieuwe –door een eigen lay-out herkenbare– poot toe aan haar fonds. Het gaat om gedichten met een geestelijke strekking.
De lay-out van de uitgaven wordt overigens geheel in eigen beheer verzorgd. Een drukker neemt dan de uitgave van offsetkwaliteit voor zijn rekening. Omdat de stichting tegen een zeer lage prijs werkt en zich geen voorraden kan permitteren, worden steeds kleine drukopdrachten gegeven. Zodoende is er nauwelijks voorraad, maar kan men wel gemakkelijk aan een plotseling oplevende vraag voldoen. Oplagecijfers zijn door de bank genomen 500 tot 5000. De brochure over televisie haalde 25.000 exemplaren omdat het reformatorisch onderwijs er met maatschappijleer gebruik van maakt.
Afgezien van de drukkosten gaat er bij de stichting weinig geld om. Dat komt mede door de inzet van de Barendrechtse dames C. A. de Koning en N. Mastenbroek, die voor de administratie en de verzending zorgen. De stichting kent geen donateursbestand, maar er zijn ongeveer 150 mensen die alle uitgaven bij voorbaat toegezonden willen krijgen. Een onprettige bijkomstigheid bij de verspreiding van de ongeveer maandelijks verschijnende brochures is dat portokosten de relatief goedkope brochures (tussen de 3,50 en 5,50 gulden) wat duurder maken. Om de verspreiding ook via de boekhandel mogelijk te maken, is contact gelegd met het Centraal Boekhuis.
Mijlpaal
De honderdste uitgave van Lectori Salutem, de Westminster Confessie, overstijgt in zekere zin de meeste andere publicaties. J. de Jager, die er later als bestuurslid bij kwam, vertaalde opnieuw deze belijdenis. Het geschrift uit 1646 wordt wel de laatste en rijpste vrucht van de Reformatie genoemd. Eerder verscheen een vertaling in gereformeerd vrijgemaakte kring, maar die is niet meer verkrijgbaar. Het kostte veel tijd een goede vertaling te realiseren. De Jager werd terzijde gestaan door docent Engels Evert-Jan Brouwer.
Het getuigt van een zekere durf om juist in uw lezerskring de Westminster Confessie opnieuw te publiceren. In de Westminster wordt immers klip en klaar over de reikwijdte van het verbond en het welmenend aanbod van genade gesproken.
Karels en De Jager: „We hebben ons inderdaad afgevraagd of het niet te veel discussie zou losmaken en verwarring zou scheppen. De ’Westminster’ wordt zo gemakkelijk misverstaan of eenzijdig gebruikt. Maar ze spreekt voluit schriftuurlijk. Tegelijk onderschreven de samenstellers ook onze belijdenisgeschriften. Wij zijn ervan overtuigd dat dit jubileumgeschrift zijn weg zal vinden. Wij rekenen het bij voorbaat tot de blijvers.”
Het bestuur hoopt dat de doelstelling blijvend verwezenlijkt wordt tot heil van de lezer: Lectori Salutem.