Meditatie: Goed werk
Filippenzen 1:6
„Vertrouwende ditzelve, dat Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus.”
Als de Heere God eerst zo het juk van blindheid en van ongeloof van de kinnebakken van de Zijnen komt oplichten, dan zijn ze wel terstond van dat heilloze juk volkomen en voor eeuwig bevrijd wat hun staat betreft, maar er blijft altijd nog een zondig vlees en een lichaam des doods in hen over zolang als zij hier op aarde leven, waarin geen goed, maar enkel zonde woont. Er blijft dan ook altijd nog een overblijfsel van het juk van de satan op hun kinnebakken vastgebonden liggen, dat zij tot hun grote smart en voortdurende zielsvernedering overal met zich meedragen, want er is voor de arme gelovigen geen volkomen verlossing van het juk der dienstbaarheid en der verderfenis, dan alleen met hun sterven. Maar hiervoor is nu ook de getrouwe en almachtige Heiland Jezus gegeven, om al Zijn gelovigen hoe langer hoe meer naar de inwendige mens van het juk des satans te ontbinden en los te maken. Die God, Die een goed werk in hen begonnen heeft, zal dat zeker ook voleindigen, tot op de dag van Jezus Christus (Filippenzen 1:6). Daarop richt Hij Zijn hele weg met Zijn volk. Het grote doelwit van al Zijn handelingen en bedoelingen met hen is om hen steeds meer door het geloof van de satan en zijn rampzalige zondedienst af te scheiden en hen al nauwer met Christus te verenigen.
_Theodorus van der Groe,
predikant te Kralingen
(”Het juk afgenomen”, 2003)_