Werkgroep GG overweegt liedbundel
De Landelijke Werkgroep Kinderevangelisatie (LWK) van de Gereformeerde Gemeenten overweegt een liedbundel te maken die gebruikt kan worden in het evangelisatiewerk onder kinderen.
De voorzitter van de LWK, M. W. van Winkelen, deelde dat zaterdag mee tijdens de Landelijke Contactdag Kinderevangelisatie in Hardinxveld-Giessendam.
In het verleden liet de werkgroep de liederenkeuze over aan de plaatselijke gemeenten, zo verklaarde Van Winkelen. De discussie over welk lied wel en welk lied niet opgenomen zou moeten worden in de bundel, was voor de werkgroep ondoenlijk, onder meer vanwege „culturele verschillen in de regio’s.”
Dat de werkgroep zich nu probeert een eenduidig beleid te ontwikkelen, komt omdat „de vraag daarnaar steeds sterker wordt.”
Desgevraagd zei de voorzitter dat de bundel alleen goed kan functioneren als aan twee voorwaarden is voldaan. „De eerste is overeenstemming over de liederenkeuze. Daar komt bij dat de liederen ook daadwerkelijk door iedereen gebruikt moeten worden. Anders hebben we er immers niets aan.”
Tijdens de bijeenkomst bleek dat er verschillend gedacht wordt over het lied op de kinderclub. Een leidster van een kinderclub vroeg zich af hoeveel clubs drie of vier psalmen per keer zingen. „Tot voor kort hadden we kinderen uit het asielzoekerscentrum, uit Afrika en Azië, op de club. Het taalgebruik van de meeste psalmen is voor deze kinderen te moeilijk. Zeker in gezinnen waarvan de ouders de psalmen niet herhalen en zingen, beklijven ze niet. Wat wel beklijft, zijn liederen in spreektaal waarin aansluiting wordt gezocht bij de leefwereld van de kinderen.”
Ds. C. J. Meeuse -hij hield een inleiding over ”Het lied op de kinderclub”- pleitte voor het zingen van vooral psalmen, „een apotheek voor de kwalen van de ziel. Met psalmen zing je wat God je in de mond legt. Ik bedoel niet dat geestelijke gezangen niet goed kunnen zijn, maar de deur naar een dwaling kan wijd openstaan bij het maken van een gezang.”
Het zingen van psalmen op de kinderclub kan een brug slaan naar de kerkdiensten, zei de predikant verder. „Wij willen de kinderen toch graag naar de kerk hebben?”
Uit de zaal kwamen enkele praktische tips om het zingen van psalmen te stimuleren, zoals het opzetten van een cd ter ondersteuning en het uitschrijven van een psalm.
In de periode dat ds. Meeuse betrokken was bij het evangelisatiewerk in Rotterdam-Zuid, kwam hij in aanraking met kinderen uit gebroken gezinnen. „Ik zie ze nog staan: ongewassen, pap aan hun handen, ze stonken. We zeggen niet: Laten we dit normloze leven maar overnemen, maar op het terrein van de muziek dan wel? Verhoogt dat je geloofwaardigheid? Sommigen mag je opzoeken in hun leefwijze, maar je aanpassen en die leefwijze goedkeuren kan niet. Ik denk dat we heel anders mogen zijn. Met muziek die alle profaniteit ver van zich houdt. Laat die maar echt, zuiver en waardig zijn.”
Als voorbeelden van liederen die de clubs kunnen zingen, noemde de predikant ”Zoek eerst het koninkrijk van God” en ”Jozef zoekt zijn grote broers”, liederen die bijbelgedeelten vertolken.
Hij waarschuwde voor het verkeerd leggen van de accenten. „Je mag best voorzichtig zijn met het zoeken van bijbelliederen en kijken of ze de boodschap wel recht vertolken.”
Tot slot gaf de predikant nog een aantal raadgevingen mee. „Niet uit gemakzucht slechts bekende liederen aanleren.” En: „Kruip niet weg achter liederen die anderen goedkeuren. Met onze kritische gezindheid is het ernstig gesteld. Laten we alert zijn op een dwaalleer waarmee kinderen de zaligheid aangepraat krijgen zonder dat er sprake is van ware wedergeboorte.”
Ds. W. J. Karels verzorgde de opening van de bijeenkomst. Naar aanleiding van de genezing van de doofstomme in Markus 7 sprak hij onder meer over het eerlijk wijzen op de zonde. „Wilt u dat ook doen met kinderzielen?”
Verder zei hij: „Bidt u alstublieft om getrouwheid aan de Schrift. Dat we die niet gaan aanpassen en de scherpe kantjes eraf halen.”