In januari besloot Nyrstar al om in Budel werkzaamheden stil te leggen na het uitblijven van hulp uit Den Haag. In andere landen gaat de productie ondanks hoge kosten wel door, omdat de werkzaamheden daar nog wel rendabel zijn dankzij overheidssteun.

„Wat we nu zien is dat de energieprijzen wel gezakt zijn, maar dat er geen eerlijk speelveld is binnen Europa”, zegt Janssen. „Als dat niet opgelost wordt, hebben wij een probleem.” Hij bevestigt bang te zijn dat Nyrstar anders mogelijk uit Nederland zou moeten vertrekken. „Een eerste zorgpunt” is volgens Janssen om „iedereen aan boord te houden”.

Nyrstar, dochteronderneming van grondstoffenhandelaar Trafigura, is naar eigen zeggen marktleider op het gebied van zink- en loodverwerking en heeft zijn hoofdkantoor in Budel-Dorplein. Wereldwijd heeft het bedrijf ongeveer 4000 medewerkers, van wie zo’n 485 in de productielocatie in Budel werken.

Een van de redenen waarom Nyrstar het moeilijk heeft, is het wegvallen van de indirecte kostencompensatie. Dat is een regeling die grootverbruikers van elektriciteit compenseerde voor de CO2-heffing die elektriciteitsbedrijven betalen en doorbelasten aan hun klanten. Die regeling werd door de overheid gezien als fossiele subsidie.

Maar Janssen benadrukt dat de productie van Nyrstar in Nederland draait op groene stroom. In andere landen worden volgens de topman andere keuzes gemaakt. „Daar wordt gekeken: welke industrie willen we aan boord houden? Wat is duurzaam?” Janssen zegt niet hoeveel en wat voor steun zijn bedrijf precies nodig heeft. Wel laat hij iets los over de termijn waarom het gaat. „In elk geval de komende jaren.”

Janssens pleidooi krijgt bijval van Theo Henrar, voorzitter van ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME. Volgens hem loopt een bedrijf als Nyrstar per jaar 75 miljoen tot 90 miljoen euro mis vergeleken met concurrentie in andere Europese landen. Hij zegt ook dat „dit bedrijf slechts een van 90 bedrijven is die niet worden geholpen” door het kabinet. „Bedrijven krabben zich achter de oren, of zij hun investeringen wel in Nederland moeten blijven doen. Ook al is het kabinet demissionair, mijn oproep aan de ministers Van Weyenberg en Jetten is: kom met maatregelen en duidelijkheid, voordat het volgende bedrijf omvalt.”