Het Russische staatsbedrijf Rosatom had tot 2022 om en nabij de helft van de wereldmarkt voor verrijkt uranium in handen. Veel Westerse landen willen sinds de oorlog in Oekraïne van Russisch uranium af. De Amerikaanse president Joe Biden overweegt de import zelfs binnenkort te verbieden. De Europese Unie durft nog geen sancties op te leggen, omdat ze voor 35 procent afhankelijk is van Russisch uranium.

Urenco kan dat probleem oplossen, zegt directeur Louter. Maandag gaat de eerste schop in de grond voor de bouw van een achtste hal, waarmee de productie van verrijkt uranium in Almelo met 15 procent kan worden opgevoerd. „Daarmee kunnen we de capaciteit voldoende op peil houden om de westerse landen op termijn geheel onafhankelijk te maken van Rusland”, zegt Louter.

Het Internationaal Atoom Agentschap (IAEA) waarschuwde vorige maand nog dat het „niet realistisch” is om geen zaken meer te doen met Rosatom, omdat het de nucleaire industrie in diverse landen tot stilstand kan brengen. Het verminderen van de onafhankelijkheid van Rusland gaat bovendien volgens het IAEA vele miljarden kosten.

Dat klopt, zegt Louter. „We hebben tijd nodig. Het kost onze sector een jaar of vier voordat we helemaal onafhankelijk zijn. En het zijn inderdaad grote investeringen. Maar dat geldt voor de hele energietransitie.”

Urenco maakte vorige week bekend dat het orderboek met 36 procent is gestegen. Tot in de jaren veertig van deze eeuw kan het bedrijf in Almelo vooruit. Private investeerders hebben de uraniummarkt herontdekt, bevestigt Louter. „Dat zie je aan de prijs van uranium, die enorm is opgelopen. In Canada en Australië gaan mijnen weer open. Bedrijven als Rolls-Royce, General Electric Hitachi, Westinghouse en Terrapower van Bill Gates investeren miljarden in kleinere reactoren.”

De Urenco Groep is eigendom van de Nederlandse en de Britse staat en de Duitse elektriciteitsbedrijven E.ON en RWE. Enkele jaren geleden zou een Japanse bank interesse hebben getoond voor de Nederlandse aandelen. Louter wil daar niet op reageren. „Dat is aan onze aandeelhouders. Ik ga daar niet over. Maar wij moeten voldoen aan zeer strenge eisen. Dat maakt een overname door een private investeerder niet erg voor de hand liggend.”