Biden spreekt voor zijn beurt over bestand Gaza
De Amerikaanse president Joe Biden lijkt een beetje voor zijn beurt te hebben gesproken. Maandag verklaarde hij dat hij goede hoop heeft dat een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas op korte termijn kan worden gerealiseerd. Mogelijk zwijgen de wapens begin volgende week al. Dat zou dan de weg vrijmaken voor de uitwisseling van gijzelaars en gevangenen en de instroom van meer humanitaire hulp in de Gazastrook.
Uitgelekte details van de mogelijke deal spreken over de reparatie van bakkerijen en ziekenhuizen in Gaza, het toelaten van 500 vrachtwagens met hulpgoederen per dag en een wapenstilstand van zes weken. In eerste instantie zouden 40 Israëlische gijzelaars worden uitgewisseld tegen 400 Palestijnse gevangenen, gevolgd door onderhandelingen over een nieuwe ruil.
Hoopvolle ontwikkelingen, maar voorlopig nog niet meer dan dat. We zijn er dichtbij, maar we zijn er nog niet, voegde Biden daarom aan zijn verwachtingsvolle uitlatingen toe. Dat voorbehoud had hij beter nog wat sterker kunnen benadrukken. Want zowel van Israël als Hamas en bemiddelaar Qatar komen vooralsnog vooral signalen dat een deal echt nog niet binnen handbereik is. Israëlische onderhandelaars toonden zich verbaasd en vroegen zich hardop af waarop het optimisme van de Amerikaanse president is gebaseerd. De Palestijnse terreurbeweging liet weten dat er nog belangrijke kloven te dichten zijn.
Het is intussen de vraag hoe al die uitspraken moeten worden geduid. Onderhandelaars hebben er doorgaans belang bij hun hakken nog even in het zand te zetten – in elk geval voor de buitenwereld. Dat kan hun positie aan de gesprekstafel ten goede komen en het laat ook aan hun achterban zien dat zij zich niet zonder slag of stoot gewonnen geven. Biden heeft op zijn beurt weer baat bij een diplomatiek succes, zeker nu hij volop in de Amerikaanse verkiezingsstrijd is verwikkeld.
Tegelijkertijd lijkt er achter de schermen daadwerkelijk het nodige in beweging te zijn om tot een vergelijk tussen de strijdende partijen te komen. Dat is ook hard nodig, want het lot van de Israëlische gijzelaars verslechtert met de dag.
Voor de korte termijn hangt de Palestijnen ook nog eens de deadline van 10 maart boven het hoofd. Israël heeft gedreigd het laatste Hamasbolwerk Rafah aan te vallen als op die datum de gijzelaars nog niet zijn vrijgelaten. In en rond die zuidelijke stad in de Gazastrook bevinden zich zo’n 1,5 miljoen Palestijnse ontheemden en de vrees bestaat dat een offensief in het gebied tot veel burgerslachtoffers zal leiden.
Op de avond van 10 maart begint bovendien de ramadan. Er zal Hamas veel aan gelegen zijn om tijdens de islamitische vastenmaand niet te hoeven vechten.
In dat opzicht kunnen onderhandelaars, familieleden van gijzelaars en inwoners van Gaza misschien wel wat optimistische woorden van Biden gebruiken. Maar ze moeten wel op enige realiteitszin zijn gebaseerd.