Preeklezen aan de Tabaksweg in Elst
Midden in nieuwbouwwijk Het Bosje in het Utrechtse Elst verrees in het jaar 2000 de nieuwe kerk van de gereformeerde gemeente in Nederland. De gemeente bestaat 75 jaar. „Tot hiertoe heeft de Heere willen helpen.”
In de kerkzaal heerst de stilte van een doordeweekse dag. Op de kansel ligt het Woord dat eeuwig zeker is en slechten ware wijsheid leert. Naast de preekstoel spreekt de knielbank zijn eigen taal: „twee zijn beter dan één.”
In de consistoriekamer zitten ouderling G. Doornebal en koster J. van Walsem. Aan de wanden hangen portretten van ds. F. Mallan, ds. T. Dorrestein, ds. M. van Beek en ds. W. Verhoeks, en van de ouderlingen L. Blom, G.J. van den Brink en D.J. Wisgerhof. „Zij zijn allemaal al afgelost.”
Ouderling Blom
In 1932 kwam er in Elst voor het eerst een groepje mensen bijeen om een preek te lezen, vertelt Doornebal. „Twee jaar later werd het koppeltje een afdeling van de gereformeerde gemeente te Veenendaal. Daar stond toen ds. R. Kok. In Elst was er van 1934 tot 1949 geen ouderling en lazen er ouderlingen uit Veenendaal. In 1949 kon de gemeente geïnstitueerd worden, omdat L. Blom uit Eck en Wiel op de ledenvergadering gekozen werd tot ouderling. Vanaf toen had de gemeente een wettige kerkenraad. Blom stak op zaterdagavond de Rijn over, las op zondag twee preken, en keerde op maandagmorgen weer naar de Betuwe terug. Kort daarna werd diaken G.J. van den Brink tot ouderling gekozen. Beiden hebben veel voor de gemeente betekend.”
In 1934 kwam het eerste kerkje er, aan de Schoolweg. Het werd later nog eens uitgebreid, maar in 2000 was het kerkje te klein geworden. Toen werd de nieuwe kerk aan de Tabaksweg gebouwd.
Beroepingswerk
Sinds de instituering in 1949 is de gemeente vacant gebleven. Doornebal: „Met het uitbrengen van beroepen stellen we ons in de middellijke weg. Maar we moeten eerst een dominee onwaardig zijn, anders blijven we vacant. Dat kunnen we zelf niet maken. Het is ons gebed of de Heere ons in een weg van onmogelijkheid in die gestalte zou willen brengen. Toch mogen we weten dat Hij naar ons omziet. Het wonder is dat de Heere Zelf Zijn Kerk in stand houdt en instaat voor Zijn eigen werk. Hier zijn wel zondaren opgeraapt en stilgezet, die aan het einde van het leven een goede ruil mochten doen. God werkt eenvoudig door alle onmogelijkheden van ’s mensen zijde heen.”
Koster Van Walsem heeft de cijfers paraat: „De kerkenraad van onze gemeente bestaat uit zes ambtsdragers, twee ouderlingen en vier diakenen. Het ledental van de gemeente bedraagt nu 272. We zijn gezegend met zo’n tachtig catechisanten. De kleinste catechisanten komen al naar catechisatie als ze zo’n 8 jaar oud zijn. Daar kun je toch ook nooit te vroeg mee beginnen.”
In de kerkzaal zegt Van Walsem: „Hier is plaats voor meer dan 300 kerkgangers. Zondags zit het beneden vol. Als er doordeweeks een dominee is, zit het weleens helemaal vol.”