Meditatie: Geestelijke strijd
Efeze 6:12
„Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.”
Een koninkrijk heeft vijanden waarmee het te strijden heeft, zowel vanbuiten als vanbinnen. Zo ook het Koninkrijk van Christus. De poorten van de hel en haar hulptroepen hebben in alle eeuwen het Koninkrijk van Christus in de wereld zoeken te verwoesten. De draak en zijn engelen en heirlegers voerden krijg tegen Michaël en zijn engelen, ook is de oorlog tussen het Zaad der vrouw en het zaad der slang, zoals de oorlog tussen Israël en Amalek, een onverzoenlijke oorlog die nooit zal ophouden zolang de wereld bestaat.
Maar behalve met de uitwendige vijanden heeft de Kerk van Christus ook te strijden met inwendige vijanden, met bedorven opzieners, leraars en ledematen die doen alsof ze de Kerk bouwen, maar nochtans het werk van God bederven. Ja, de ware onderdanen van dit Koninkrijk van Christus hebben ook de vijand van een bedrieglijk en verdorven hart in zich, die gereed is om met de vijanden vanbuiten samen te spannen. Het Koninkrijk van Christus is een toneel van gedurige oorlogen die altijd, door de beroeringen van de één of ander van deze vijanden, verwekt worden. Het zal blijven strijden, zolang het in deze wereld is. „Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht” (Efeze 6:12).
Ebenezer Erskine, predikant te Portmoak
(”Vijf verhandelingen”, 2021)