Het teveel aan vrijheidsbeperkende maatregelen strookt niet met de rechtspositie van de jongeren en is ook niet goed voor hun ontwikkeling. Niet alle JeugdzorgPlus-locaties konden echter al voldoen aan de nieuwe wetgeving van 1 januari dat de kamers van de jeugdigen niet op slot mogen. „Locaties hebben bijvoorbeeld onvoldoende middelen om meer personeel aan te nemen zodat de deuren ’s nachts open kunnen blijven. Of om het gebouw hierop aan te passen”, aldus de inspectie.

Ook onduidelijkheid over het voortbestaan van bepaalde locaties, als gevolg van de lopende reorganisatie van de sector, speelt hierbij een rol. De inspectie stelde al eerder dat hier sneller duidelijkheid over moet komen.

Vrijheidsbeperkende maatregelen zoals afzonderen, vastpakken en vasthouden worden weliswaar inmiddels actief teruggedrongen, maar fouilleren, urinecontrole en beperking van telefoon en mediagebruik worden nog wel vaak toegepast, zag de IGJ.

Bij spoedplaatsingen, waarmee JeugdzorgPlus veel te maken heeft, wordt verder vaak geen totaalbeeld gemaakt van de problemen en de oorzaken en dus ook niet van hoe deze moeten worden aangepakt.

Ook is er nog steeds een tekort aan plekken én aan vervolgplekken. „Daardoor blijven jeugdigen langer in de JeugdzorgPlus dan nodig, krijgen niet de passende hulp, of worden buiten hun eigen regio geplaatst”, constateert de inspectie.

De organisatie ziet wel, bij samenwerkingen tussen JeugdzorgPlus-locaties en onderwijs, „mooie voorbeelden” van jongeren aan wie een passend individueel dagprogramma is aangeboden. Dat zouden meer locaties moeten doen, vinden ze bij de inspectie.

De IGJ rapporteerde alvast over de JeugdzorgPlus-locaties in Ossendrecht, Harreveld, Castricum, Groningen, Eefde, Leidschendam en Kortehemmen. Ze stelt vast dat de zorgverleners zelf daar erg hun best doen, maar dat de voorwaarden „niet altijd op orde zijn”. Ze heeft deze inrichtingen gevraagd een verbeterplan te maken op de punten waarop ze niet voldoen. Rapporten over de overige inrichtingen komen later.