Kees van Helden: „Ga in gesprek over abortus met je seculiere naaste”
Het is belangrijk om het gesprek over abortus te voeren met andersdenkenden. Dat stelt Kees van Helden, coördinator van vereniging Kies Leven. „Het gaat om het leven. Iedereen heeft recht op bescherming, ook het kind in de moederschoot.”
Onlangs verscheen ”In gesprek over abortus”, een handboek met tips over hoe je het gesprek over abortus kunt voeren. Het werk is een vertaling van een boek van de Canadese prolifeactiviste Justina Van Manen. Gert-Jan van Heugten vertaalde het boek in opdracht van Kies Leven. Kees van Helden schreef het voorwoord.
Er is al een aantal boeken over abortus op de markt, zoals ”Liefde doet leven” van Stephanie Gray en ”Pro-Life? Zorg voor het ongeboren kind en zijn moeder” van Randy Alcorn. Wat voegt het werk van Van Manen daaraan toe?
Van Helden: „Haar boek is een geweldige aanvulling op de mooie boekjes die er al zijn. Er staan tal van oefeningen en gespreksverslagen in. De argumenten die worden besproken zijn heel herkenbaar, ik kom ze in de praktijk tegen. Iemand vindt abortus bijvoorbeeld geoorloofd als het ongeboren leven ongewenst is. Maar wat als de vrouw al een baby heeft en merkt dat de opvoeding meer inspanning vergt dan verwacht. Mag ze haar kind dan ook ombrengen?
Ook de feiten in het boek over de ontwikkeling van het kind in de baarmoeder vind ik waardevol. Zoals het gegeven dat het hartje 22 dagen na de bevruchting begint te kloppen. En dat de hersenen in de derde week ontstaan – dus als de vrouw één week over tijd is.
Verder vind ik heel sterk hoe Van Manen uitlegt dat mensenrechten ook van toepassing zijn op het ongeboren leven. In Polen wordt het leven beschermd vanaf de bevruchting. In andere landen ligt de grens bij 6, 9, 12 of 24 weken. Dat deze grens zo variabel is, zegt iets over het kromme van de abortuswet.”
Waarom is het volgens u zo belangrijk om het gesprek over abortus te voeren?
„Het gaat om het leven. In 1948 is de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens opgesteld. Dat was naar aanleiding van het verschrikkelijke leed dat de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog was aangedaan. De nazi’s zagen Joden niet als personen. Daarom spraken de opstellers van de verklaring uit dat ieder mens recht heeft op leven. Dat geldt ook voor het kind in de moederschoot, want dat is ook een mens.”
Voorstanders van abortus zijn het daar niet mee eens. Zij zien een foetus als een klompje cellen.
„Als ouders mensen zijn, kunnen ze alleen een mens verwekken. Na de bevruchting ligt alles vast: de haarkleur, oogkleur en het geslacht. De foetus hoeft alleen nog te groeien. Daar is tijd voor nodig. Maakt de lengte van het leven van een foetus uit of het gedood mag worden? Mijns inziens niet.”
Val zwangere vrouwen niet lastig met een gesprek over abortus, zullen aanhangers van de prochoicebeweging zeggen.
„Onterecht. Juist voor hen is het belangrijk dat we het gesprek aangaan. Tijdens de Mars voor het Leven in november spraken we bij onze stand vijf vrouwen met spijt over abortus. Een van hen, die lid is van een reformatorische kerk, stond zelfs te huilen.
Ongeveer dertig organisaties helpen vrouwen na een abortus. Alleen al Fiom heeft het afgelopen jaar 55 specialisten opgeleid voor het bijstaan van vrouwen die worstelen met verdriet en pijn na een abortus. Dan mogen mensen niet zeggen dat de ingreep niets voorstelt.
We spreken geregeld vrouwen die twijfelen of ze hun zwangerschap zullen voortzetten. Meestal heeft dat te maken met financiële problemen. Maar na een abortus zijn de schulden niet weg. Het probleem ligt niet bij het kindje, maar bij de omstandigheden. Laten we als samenleving dáár wat aan doen.
De Italiaanse premier Giorgia Meloni geeft het goede voorbeeld. Zij heeft een fonds geregeld waarop zwangere vrouwen met geldzorgen een beroep kunnen doen. Het doel is hun financiële problemen weg te nemen zodat ze hun kindje behouden.”
Voorstanders van abortus hebben vooral oog voor de positie van de vrouw, terwijl tegenstanders met name focussen op de waarde van het ongeboren leven. Maakt dit verschil in argumentatie het gesprek lastig?
„Absoluut. Voorstanders van abortus wijzen vaak op de keuzevrijheid en autonomie van de vrouw. Zij is baas in eigen buik, beweren ze. Maar het kind is een ander lichaam. Ik snap dat ze het argument aanhalen, maar waarom zou de ene mens mogen beslissen over het leven van een ander mens?
Na een miskraam of doodgeboorte kunnen kinderen worden geregistreerd in de Basisregistratie Personen. Blijkbaar merkt de wet het ongeboren kind aan als een persoon.”
Van Manen introduceert een methode met drie stappen die kan helpen om de kloof tussen voor- en tegenstanders te overbruggen: zoek naar een gemeenschappelijke basis, gebruik analogieën en stel vragen. Heeft u dit weleens geprobeerd?
„Meerdere keren. Ik vind het een krachtige methode. Stel dat iemand met het argument komt dat een vrouw is verkracht. Dan is het belangrijk om allereerst begrip te tonen voor de situatie. Niemand wil verkracht worden en dat gun ik geen enkele vrouw. Vervolgens kun je de vraag stellen: Moet je dan het kind straffen met de doodstraf, terwijl je de vader vrijuit laat gaan?
Ik weet niet of elk gesprek via deze drietrapsraket dient te verlopen. Gebruik de manier die je zelf fijn vindt. Elk gesprek loopt weer anders.”
Van Manen is een Canadees. Hoe hebben jullie het boek aangepast aan de Nederlandse situatie?
„We hebben alinea’s over de Nederlandse situatie toegevoegd. Zo vermeldt de Nederlandse versie dat abortus in het derde trimester van de zwangerschap niet is toegestaan. In Canada mag dat wel. Daar wordt een kind pas gezien als een persoon zodra de navelstreng is doorgeknipt en het zelfstandig kan ademen. Een abortus mag daarom tot de geboorte worden uitgevoerd. In zes staten in Amerika staat de wetgeving dat ook toe.”
„Er gaan helaas steeds meer stemmen op in de politiek om ook in ons land abortus tot aan de geboorte toe te staan”, staat in die alinea. Waaraan denkt u?
„Op 24 mei gaf Corinne Ellemeet (Kamerlid namens GroenLinks tot haar vertrek op 5 december, MC) in een debat over abortus aan dat zij de Canadese situatie als een goed voorbeeld ziet. Dat is best pijnlijk. Dat betekent dat zij abortus tot aan de geboorte niet erg vindt.
En tijdens een NPV-debat op 6 november zei D66-fractievoorzitter Rob Jetten klip-en-klaar dat mensenrechten bij de geboorte beginnen.”
Bent u bang dat het zover komt in Nederland?
„Op korte termijn niet. D66 heeft bij de laatste verkiezingen veel zetels verloren. En op 24 mei was er geen draagvlak in de Tweede Kamer om abortus uit de strafwet te halen.”
Boekgegevens
In gesprek over abortus. Antwoorden op moeilijke vragen, Justina Van Manen; uitg. Gideon; 228 blz.; € 24,95