Meditatie: Nieuwjaarswens
1 Thessalonicenzen 5:8
„Maar wij die des daags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid.”
Hoeveel dingen moeten wegvallen! Hoeveel werken van de duisternis houdt onze natuur in zich aan zinnelijkheid, eigenliefde en begeerten! Als we Jezus in waarheid willen ontvangen, dan haten we de verborgen werken die het licht van Jezus schuwen. Hoeveel vleselijke begeerte en traagheid, wat Hem mishaagt, moeten we niet als zonde erkennen en belijden, van harte betreuren, haten en ontvluchten.
Geloof, liefde, hoop: dit zijn de wapens des lichts. Dit zijn de middelen waardoor het goddelijke licht steeds helderder in ons schijnt. Zo willen wij de boodschap van Christus’ komst in de wereld –„Zie, uw Koning komt”– met een nieuw geloof met haast tegemoet gaan. Zo willen wij alles wat Jezus voor ons en ons ten goede gedaan heeft, ons toe-eigenen, als mensen die zonder Hem in de zwartste donkerheid voor eeuwig zouden gevangen zitten. Ons geloof moet voortaan niet meer een dood aannemen van alle waarheden zijn, waarbij wij nalatig zijn. Alleen door echte boete bereiden wij Hem de weg, zodat Hij in onze harten intrek kan nemen. Zó alleen kunnen wij alleen in waarheid vernieuwd worden: de wapenen des lichts aandoen en de Heere Jezus Christus Zelf aantrekken. Dat leert ons de apostel Paulus: „Maar wij die des daags zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid” (1 Thessalonicenzen 5:8).
Sixt Karl von Kapff, predikant te Korntal
(”Keur van leerredenen”, 1859)