De landen stellen dat de productieverhoging „een escalatie betekent van het Iraanse nucleaire programma” en dat „het Iraanse hoogverrijkte uranium geen geloofwaardige civiele rechtvaardiging heeft”. Ze vinden dat Iran weer „een stap in de verkeerde richting zet”.

Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) liet eerder deze week weten dat Iran na enkele maanden waarin de productie lager lag, de aanmaak van hoogverrijkt uranium weer heeft opgevoerd. Hoogverrijkt uranium kan worden gebruikt voor de productie van kernwapens.

In 2015 bereikten een aantal westerse landen, Rusland en China met Iran de zogenoemde „nucleaire deal”, waarin strikte afspraken werden gemaakt over hoeveel uranium Iran nog mocht verrijken. Maar sinds de VS onder voormalig president Donald Trump in 2018 uit het akkoord stapten, houdt ook Iran zich niet meer aan de afspraken.

Iran weerlegt dat het de ambitie heeft om een kernwapen te ontwikkelen. Volgens Teheran zijn de nucleaire activiteiten louter bestemd voor de opwekking van energie.