„Predikant moet zijn als een visser”
De Leicester-conferentie 2002 is ten einde. Ds. Iain H. Murray verzorgde donderdag een lezing over Gideon Ousley (1762-1839), een Ierse methodistische evangelist.
Ousley werd geboren in het westen van Ierland. Zijn vader en schoonvader waren grootgrondbezitters. Ousley leefde aanvankelijk zonder God, een leven dat zijn vrouw met diepe zorg vervulde. Er kwam een omkeer in zijn leven toen een groep methodistische soldaten een samenkomst belegde waarin het Evangelie van vrije genade werd verkondigd. In deze tijd werd Gideon Ousley van schuld overtuigd en mocht hij vergeving van zonden ontvangen in Christus’ bloed.
Na zijn bekering kon hij niet meer zwijgen over wat God aan hem had gedaan. Toen de plaatselijke anglicaanse predikant de leer van de methodisten in een dienst aanviel, stond Ousley op en betuigde dat deze leer nu juist de leer van de Schriften was.
De conferentie van de methodisten stelde Ousley aan als evangelist. Tientallen jaren verkondigde hij de Ieren in hun eigen taal de grote daden Gods. In zijn prediking zocht hij aansluiting bij de bijbelse elementen in de leer van Rome, om vervolgens op indirecte wijze te laten zien dat Rome het Evangelie had laten overwoekeren door menselijke inzichten en tradities.
Het ging Ousley erom dat zondaren voor Christus werden gewonnen. Liefde voor Christus en liefde voor zondaren typeerden zijn prediking en optreden. Zoals een visser de vissen opzoekt en niet wacht tot de vissen hem opzoeken, zo behoort volgens hem een prediker uit te gaan om alle mensen voor Christus te winnen.
Ds. Stuwart Olyott sloot de conferentie af met een preek. Hij nam zijn uitgangspunt in 1 Petrus 1:1-12. Wat alle geadresseerden van deze eerste Petrusbrief aan elkaar verbond, was dat ze door genade pelgrims op de aarde waren. „De oorsprong van hun zaligheid was Gods verkiezende liefde. Deze liefde kreeg gestalte in het werk van Christus, die zowel Priester als Offer is. We krijgen deel aan de zaligheid door wedergeboorte. Daarin bewijst God Zijn grondeloze barmhartigheid. De zaligheid die God in Christus geeft, is onverwelkelijk en onveranderlijk. Hij bewaart de Zijnen bij deze erfenis. Die wetenschap geeft ons vreugde. Wel is het zo dat in deze bedeling ons geloof nog zeer zwaar wordt beproefd. Maar desondanks staat vast dat niets zozeer de moeite waard is als een christen te zijn.”