„Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt de weg des Heeren, maakt recht in de wildernis een baan voor onze God.”

Wij willen Jezus’ stem horen en de deuren van onze harten opendoen en Hem zó ontvangen, zoals het volk Hem ontving toen Hij Jeruzalem binnenging. Zij wierpen om Jezus te eren hun klederen op de weg en riepen: „Hosanna, de Zone Davids, gezegend is Hij, Die daar komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen!” Als mensen die Hem nauwelijks kenden Hem zó hebben geëerd, hoeveel te meer moeten dan onze harten voor Hem openstaan! Wij weten dat met Zijn komst of advent een nieuwe tijd begint: een nieuw kerkjaar in het algemeen en een nieuwe dag voor ieder hart in het bijzonder. Zoals Romeinen 13:12 dat zegt met de woorden: „De nacht is voorbijgegaan en de dag is nabijgekomen.” Met de komst van Jezus wordt het licht in de harten en in de wereld. De advent van de Heere is een aankomst van licht en leven, van vrede en vreugde, van gerechtigheid en nieuwe geesteskracht. Deze levensvolle genadekomst wordt ons nu opnieuw verkondigd. Het kerstfeest nadert en dan mogen wij niet alleen de uitwendige geboorte van de Heere Jezus Christus vieren, maar Hij moet tegelijk vanbinnen in onze harten geboren worden. Als de Zon der gerechtigheid wil Hij ons met allerlei geestelijke zegeningen en hemelse goederen vervullen. Daarom komt ook die stem tot ons: „Bereidt de weg des Heeren.”

Sixt Karl von Kapff,
predikant te Korntal

(”Keur van leerredenen”, 1859)