ECB tempert voorlopig optimisme over lagere rente
De financiële markten nemen een voorschot op een dalende rente. Maar de Europese Centrale Bank (ECB) tempert de verwachtingen en biedt vooralsnog niet het vooruitzicht op stapjes omlaag in 2024.
President Christine Lagarde van genoemde instelling stelde donderdagmiddag in haar toelichting op de zeswekelijkse bestuursvergadering menigeen teleur: „We hebben in het geheel niet gesproken over renteverlagingen.” De beleidsmakers in Frankfurt zijn van mening dat de huidige tarieven een substantiële bijdrage leveren aan terugkeer van de inflatie naar het streefniveau van 2 procent, „mits aangehouden in een voldoende lange periode.” Zij zullen per keer, aan de hand van de actuele situatie, beoordelen wat vereist is. Een datagedreven benadering, zoals zij het aanduiden. Daarmee wenst de ECB niet nu al te preluderen op het rentebeleid in het komende jaar.
Nieuwe cijfers van de rekenmeesters van de bank laten zien dat de teruggang van het inflatietempo in 2024 vertraagt. Lagarde benadrukte deze uitkomst door deze zin, met de wijsvinger omhoog, te herhalen. Pas in 2025 komt de stijging van het prijspeil met 2,1 procent dicht bij het doel.
De president vroeg enkele malen aandacht voor met name de onzekerheid en de risico’s in de sfeer van de loonontwikkeling. Onder invloed van de ontspoorde prijzen zijn werknemers de afgelopen tijd bij cao-onderhandelingen flink gecompenseerd. Ook de krapte op de arbeidsmarkt, die bij veel bedrijven leidt tot personeeltekorten, draagt bij tot hogere beloningen. In ons land hamerden werkgeversorganisaties er onlangs op dat het allemaal te duur wordt en dat het echt een tandje minder moet. Een loon-prijsspiraal ligt op de loer. In ieder geval wil de ECB alvorens een renteverlaging in beeld verschijnt, eerst meer inzicht in het verloop van de lonen en in hoeverre de stijging ervan wordt doorberekend in de prijzen. „We hebben meer gegevens nodig.”
Uitbundige stemming
De voorlopige terughoudendheid van Lagarde en haar collega’s zet een domper op de uitbundige stemming waarvan de laatste weken sprake is op de beurzen. Daar overheerst de overtuiging dat de heftige inflatiegolf wegebt en een versoepeling van de monetaire aanpak nadert. De AEX, de graadmeter voor de aandelenkoersen in Amsterdam, staat dik 10 procent boven de stand van eind oktober. Het illustreert het groeiend optimisme bij de financiële handel.
Ook obligaties zijn in trek. Dat betekent dat kopers er meer voor betalen, wat erin resulteert dat, als spiegelbeeld, het rendement, zakt. Overheden en bedrijven halen bij deze gretigheid onder beleggers kapitaal op met nieuwe leningen tegen een lagere rente. In Nederland is het percentage op tienjaarsobligaties gezakt van boven de 3 procent half november tot onder de 2,4 procent donderdag, voorafgaande aan het ECB-beraad. Een omslag van die omvang in zo’n korte tijd is vrij uitzonderlijk.
Wie een hypotheek afsluit, profiteert van deze gang van zaken. De gemiddelde vergoeding voor tien jaar vast op een lening voor een huis ging sinds begin november met ongeveer 0,2 procentpunt naar beneden en bevindt zich nu in de buurt van de 4,3 procent.
Geen wijzigingen
De ECB bracht bij het jongste overleg geen wijzigingen aan in de tarieven. Het voornaamste, de depositorente, waartegen commerciële banken in Frankfurt geld kunnen stallen, bedraagt 4 procent. Het is vanaf juli 2023 met recordsnelheid verhoogd vanaf een startpunt van -0,5 procent.
Woensdag vergaderde de Amerikaanse evenknie van de ECB, de Federal Reserve (Fed). Die sloeg een wat andere toon aan. Weliswaar merkte voorzitter Jerome Powell op dat hij de overwinning in de strijd tegen de inflatie nog niet wil uitroepen en dat de bank de deur openhoudt om de rente indien nodig verder te verhogen, maar uit een publicatie blijkt dat de individuele bestuursleden rekening houden met een verlaging in 2024 van opgeteld 0,75 procentpunt. Dit laatste diende uiteraard brandstof toe aan de euforie op de beurzen. Op dit moment hanteert de Fed een rente tussen 5,25 en 5,5 procent.
Recessie
Ondertussen koelt de economie in de eurozone af. De renteverhogingen hebben hun effect. Zij maken lenen duurder en dat zet de bestedingen en de bedrijvigheid onder druk. In het derde kwartaal daalde het bruto binnenlands product (bbp) van het eurogebied met 0,1 procent. De ECB projecteert voor geheel 2023 een bescheiden groei van 0,6 procent en voor 2024 een nauwelijks hoger percentage van 0,8. In Nederland verkeren we reeds in een, overigens milde, recessie. Hier is al gedurende drie kwartalen achtereen sprake van krimp.
Geeft de zwakke conjunctuur geen aanleiding voor de ECB om op monetair terrein de voet van de rem te halen en de economie met een renteverlaging een steuntje in de rug te bieden? Op een vraag daarover was het antwoord van Lagarde kort: de terugkeer van prijsstabiliteit staat voor de centrale bank voorop, in lijn met de opdracht die hij bij de oprichting heeft meegekregen, en niet het voorkomen van een recessie.
Al met al klonk niet de boodschap waar de financiële wereld op had gehoopt. Misschien lopen de markten toch wat te hard van stapel.