Rechter: Staat discrimineerde Jehovah’s Getuigen niet door onderzoek in te stellen
De voormalige minister voor Rechtsbescherming mocht in 2018 een onderzoek instellen naar de afhandeling van seksueel misbruik bij de Jehovah’s Getuigen, zonder daarbij ook andere kerkelijke organisaties te onderzoeken. Dat heeft de rechtbank in Den Haag woensdag bepaald.
Er is dus geen sprake van discriminatie van de Jehovah’s Getuigen. De organisatie vond dat wel en had de Nederlandse staat daarom voor de rechter gedaagd. Volgens deze waren er destijds echter geen signalen bij andere kerkelijke organisaties dat de afhandeling van klachten over seksueel misbruik niet in orde was. Een onderzoek daar was daarom niet nodig.
Ook vonden de Jehovah’s Getuigen dat voormalig minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming zich stigmatiserend over hen had uitgelaten. Bovendien zou hij meerdere van hun grondrechten hebben geschonden door maatregelen die hij voorstelde, nadat de Universiteit Utrecht onderzoek had gedaan onder de gemeenschap.
De rechter vindt Dekkers uitlatingen in de media „hoewel kritisch, binnen de grenzen van het toelaatbare”, blijkt uit de uitspraak. Voor uitspraken in de Tweede Kamer geniet de minister immuniteit. De maatregelen van Dekker na publicatie van het onderzoek in 2020 acht de rechter „gerechtvaardigd en proportioneel”.
Binnenskamers
De Universiteit Utrecht deed onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie, nadat naar buiten was gekomen dat slachtoffers van seksueel misbruik bij de Jehovah’s Getuigen nauwelijks hulp kregen. Ook werden klachten meestal binnenskamers afgehandeld. Het onderzoek bevestigde die berichten. Volgens slachtoffers zou de afhandeling alles te maken hebben met de gesloten cultuur bij de gemeenschap.
Een verzoek van de Jehovah’s Getuigen tot immateriële schadevergoeding verklaarde de rechter niet-ontvankelijk.
Onderzoek
Donderdagmiddag worden de resultaten gepubliceerd van een onderzoek dat het kabinet vorig jaar is gestart naar de uitsluiting van ex-leden door Jehovah’s Getuigen.
Minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming stelde dit onderzoek in mei 2022 in naar aanleiding van Kamervragen. Die gingen over een petitie van de stichting Against Watchtower Shunning van ex-leden die met sociale uitsluiting te maken kregen.
Het onderzoek is uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie en Veiligheid. In oktober 2022 besloot het parket Rotterdam van het openbaar ministerie om een aangifte van discriminatie en smaad tegen het bestuur van de Jehovah’s Getuigen te seponeren. Volgens de officier van justitie is er geen sprake van een strafbaar feit. De officier wees erop dat het Belgische begrip van aanzetten tot haat, discriminatie en geweld breder is dan in het Nederlandse strafrecht, en dat zelfs daar een aanklacht uiteindelijk niets opleverde. Daarmee verwees de officier naar een uitspraak van de rechtbank van Gent, die de Belgische Jehovah’s Getuigen in mei 2022 in hoger beroep vrijsprak van het aanzetten tot discriminatie en haat of geweld tegen ex-leden.