Op 12 november rolde de Nationale Recherche naar eigen zeggen een opleidingscentrum van de PKK op, dat was gevestigd op een kampeerboerderij in het Noord-Brabantse Liempde. Bij politieacties in deze zaak werden invallen op verschillende locaties in Nederland gedaan. In totaal arresteerde de Nationale Recherche toen 38 verdachten. Tijdens de doorzoekingen zijn nachtkijkers, kleding voor verzending, instructiemateriaal, identiteitsbewijzen en een vuurwapen in beslag genomen.

Uiteindelijk moesten er dinsdag en woensdag in totaal zestien vermoedelijke PKK’ers voor de rechtbank verschijnen. De rechters verlengden van alle zes verdachten die dinsdag voorkwamen wel het voorarrest.

De zaak tegen deze zestien verdachten werd nog niet inhoudelijk behandeld, omdat het onderzoek naar de verdachten nog niet is afgerond. Officier van justitie J. Lucas hoopt dat het onderzoek in april wel rond is.

In januari pakte de Nationale Recherche opnieuw twee PKK-verdachten op. Het OM verdenkt hen en een derde verdachte die in Duitsland is gearresteerd, van bedreiging, afpersing en deelname aan een criminele organisatie. Justitie vermoedt dat de drie zich met het werven van fondsen voor de PKK hebben beziggehouden.

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat bijvoorbeeld verdachten van drugshandel desnoods met geweld zijn gedwongen om geld aan de PKK te betalen, meent justitie. Ook wordt de Koerdische gemeenschap onder druk gezet om financieel bij te dragen aan de strijd voor afscheiding van Turkije.

De volgende zittingen staan op 25 en 26 april gepland. De zaak zal ook dan nog niet inhoudelijk worden behandeld. De zittingen worden dan in de rechtbank in Den Bosch gehouden.