Kerk & religie

Meditatie: Verharding

Johannes 3:17

G.D. Krummacher
12 December 2023 07:41Gewijzigd op 12 December 2023 11:04
beeld RD
beeld RD

„Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden.”

Hieronder blijft de grote hoop der onbekeerden en geestelijk doden onverschillig en onaandoenlijk. Wereldse, aardse, zinnelijke dingen en nieuwigheden brengen hen in vervoering, maar de liefde Gods en het vermanen van Christuswege („Laat u met God verzoenen”) laten hen even onbeweeglijk en brengen in hun gezindheid en werkzaamheden evenmin een verandering ten goede, zoals het gezicht der Schelfzee bij Israël, tenzij er een bijzondere goddelijke werking bijkomt.

Sommigen twijfelen en gelijken op hen onder Israël die zo klein van gestalte waren, dat zij niets van de Schelfzee zagen, omdat zij niet over het riet heen konden zien, terwijl anderen –of zij die op een hoogte stonden– de uitgestrekte zee voor zich zagen en het riet onder dat vergezicht geenszins gewaar werden. Enigen spotten zelfs en gelijken op de trotse kortzichtigheden, die zozeer met hun voortreffelijkheid ingenomen zijn, dat zij menen dat wat zij niet konden zien ook door een ander niet gezien werd.

Met één woord: hun harten zijn verhard. En al worden deze ook door de grote christelijke feesten van de geboorte, het lijden, de opstanding en hemelvaart van Jezus als het ware aan een Schelfzee geleid, waar al onze vijanden omgebracht zijn, en al wordt het door de doop en het avondmaal des Heeren als voor hun ogen geschilderd – zij bezinnen zich niet, zij komen ook niet tot zichzelf, om te zeggen: „Ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan.”

G.D. Krummacher, predikant te Elberfeld

(”De wandelingen Israëls”, deel 1; 1837)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer