In Colombia komt goede zorg vaak te laat
Het Colombiaanse zorgsysteem is zó slecht dat het je dood kan betekenen. ”Paseo de la Muerte”, noemen de Colombianen een gang naar het ziekenhuis: ”Reis van de Dood”.
Een ongeluk zit in een klein hoekje. De 17-jarige Thais Milena Martínez was haar paarden aan het wassen in een meertje toen een kapotte elektriciteitskabel in het water woei en het meisje een flinke opdoffer gaf. Haar familie bracht het gewonde meisje naar de zorgpost, waar ze werd doorverwezen naar het ziekenhuis. In de daaropvolgende vier uur zouden drie ziekenhuizen in de regio weigeren de tiener op te nemen, ondanks haar snel verslechterende staat. Op weg naar het vierde overleed Martínez aan een hartstilstand.
Het verhaal is geen uitzondering. Hoewel alle Colombianen recht hebben op zorg, is het in de praktijk een haast onmogelijke opgave om toegang te krijgen tot die zorg. Het Colombiaanse zorgsysteem is even complex als versnipperd, waardoor je als patiënt doorgaans van de ene naar de andere zorginstelling wordt gestuurd voordat je eindelijk geholpen wordt. „Geen plek”, zegt het ene ziekenhuis. Of: „Wwe hebben geen overeenkomst met de zorgverzekeraar.” Dat de patiënt in een kritieke toestand verkeert, maakt niet uit.
Vaak is het dan al te laat. Met regelmaat overlijden Colombianen omdat ze niet op tijd de zorg krijgen die ze nodig hebben. De Colombianen, die van alle ellende in hun land een grap maken, noemen de gang naar het ziekenhuis daarom de ”Paseo de la Muerte” – de ”Reis van de Dood”. Het fenomeen is zo bekend dat in 2015 een parlementslid een wetsvoorstel indiende om de Reis van de Dood strafbaar te maken, uitgelegd als „de weigering van eerste hulp aan de meest kwetsbare bevolking, omdat die zorg hen geen directe inkomsten oplevert”.
Als buitenlandse journalist met Nederlandse zorgverzekering ondervond ik de ‘Reis’ aan den lijve. Op een ochtend was ik flink ziek wakker geworden met een bacteriële infectie. Dubbelgeklapt van de pijn meldde ik me bij de Eerste Hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Daar wilden ze me pas onderzoeken als ik een bedrag van 100 euro –dat zijn tien Colombiaanse minimum daglonen– van tevoren afrekende. Dat kan ik betalen, maar de gemiddelde Colombiaan heeft dat geld niet en wordt dus simpelweg niet geholpen.
Het verhaal wordt nog tragischer als je een ambulance nodig hebt. Anders dan in Nederland zijn de ambulances in Colombia niet veel meer dan beschilderde bestelbusjes met een sirene, die elk voor andere zorgverleners werken. Omdat ze per aangeleverde patiënt betaald worden, is het niet in hun belang om je naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis te brengen, maar naar het ziekenhuis waarmee ze een contract hebben. Veel Colombianen overleven die rit naar het meest lucratieve ziekenhuis dan ook niet.
Soms wordt de Reis van de Doden ook de ambulancebestuurders zelf fataal. De race om patiënten –of cliënten– leidt regelmatig tot crashes met andere ambulances die als eerste ter plekke proberen te zijn om de onfortuinlijke patiënt op te eisen. In Colombia geldt alleen het recht van de sterkste.