Op de balie staat een grote mand met zuurballen. Het uitdelen van snoepgoed begon ooit met een pakje met twee stuks kauwgom. Af en toe wordt het aanbod gewisseld. Zo kregen bezoekers in oktober een taartje, omdat het bedrijf vijftig jaar bestond.

Het was de vader van de huidige eigenaren Evert (55) en Hans (49), die op 1 oktober 1973 begon met de verkoop van brandstoffen. Hij bezat twee vrachtwagens en plaatste bij zijn woning een tank en een dieselpomp. Drie jaar later verhuisde het bedrijf naar de Nijverheidssstraat.

Er kwamen meer pompen, lpg deed zijn intrede en de aanschaf van een hogedrukspuit voor vrachtwagens vormde het begin van het wassen van andere voertuigen; eerst handmatig, later machinaal. Het tankstation en de wasservice groeiden zo hard dat er een nieuwe locatie, eveneens aan de Nijverheidsstraat, werd betrokken. Daar zijn ook een volautomatische wasstraat en een aantal wasboxen gebouwd.

Vooral het wassen van personenauto’s heeft de voorbije jaren een hoge vlucht genomen. De hardere borstels van weleer zijn vervangen door zachtere exemplaren van textiel. In 2005 is de wasstraat in tweeën geknipt met een gedeelte voorwas en een hoofdwasstraat. „Zeker 90 procent van het water wordt hergebruikt”, stellen de broers. Ook de frequentie waarmee auto de wasstraat passeert is toegenomen. „We kunnen er maximaal honderderd per uur aan. Dat is weleens gehaald, maar dat blijft een uitzondering.” Twee jaar geleden lieten de broers een stofzuigerhal plaatsen.

Accijns

Onderaan de streep komt zeker de helft van de inkomsten van het bedrijf uit de wasstraat. „Natuurlijk is de omzet van het tankstation groter dan die van de wasstraat, maar door de hoge accijns gaat een groot deel van dat geld naar de staat.” Evert glimlacht: „Een collega noemde ons ooit de tollenaars van de staat. Ik zou het zo niet zeggen, maar er zit wel een kern van waarheid in.”

Hij is blij dat de geplande inhaalslag op de accijns van januari een jaar is uitgesteld. De broers merken weinig van tanken over de grens. „Klanten gaan daar alleen een keertje tanken als ze daar toch zijn voor boodschappen. Maar de verschillen met de prijzen in Duitsland moeten ook weer niet worden overdreven.” Sanderman heeft veel trouwe klanten. „Zaterdag kwam hier nog een man van een jaar of 80. Hij vertelde dat hij al 47 jaar onafgebroken bij ons tankt.”

Een snellader is na anderhalf jaar tobben in de coronatijd weggehaald. „We hadden te veel storingen. We denken er nu opnieuw over om er eentje te plaatsen. We verwachten dat de kinderziektes eruit zijn. Daarnaast zal de komende tien tot twintig jaar nog veel benzine en diesel worden getankt.”

Elektrisch

De accijnsaanpassingen zullen niet alleen bezitters van brandstofvoertuigen treffen, denkt Evert. „De verschillen met de omliggende landen moeten niet te groot worden, terwijl de overheid de inkomsten van auto’s niet kan missen. Dus zal ook de bezitter van een elektrische auto het in zijn portemonnee gaan merken.”

Over de snelle omschakeling naar elektriciteit is het tweetal enigszins sceptisch. „Wat moet er over tien jaar gebeuren met al die accu’s? Bij het vernieuwen van het dak hebben wij nog geen zonnepanelen geplaatst. We kregen bericht dat we voorlopig niet aan het net kunnen terugleveren. Ook kan de aansluiting richting dit industrieterrein de eerste jaren niet worden verzwaard.”

Op wat langere termijn zal de vraag naar benzine en diesel afnemen, daarvan zijn de broers Sanderman overtuigd. Wat dat betekent voor de toekomst van hun bedrijf? „Voorlopig staat een vernieuwing van het energieverbruik van de wasstraat op het programma. Wij zijn niet zo van langetermijnplannen, maar we kunnen ons als het moet snel aanpassen.”

> rd.nl/dezaak