Zaak-Räsänen is nog niet voorbij

En daarmee is de dreiging voor christenen om zich op grond van hun overtuiging tegen zondige praktijken uit te spreken nog niet weggenomen. Niet in Finland – en evenmin in de rest van Europa. De aanklagers in het geding tegen Räsänen overwegen namelijk nadrukkelijk om de kwestie voor het hooggerechtshof te brengen. Daar hebben ze zestig dagen de tijd voor. En hoewel het hoogste Finse rechtscollege slechts 6 procent van de aangebrachte zaken in behandeling neemt, is het niet uitgesloten dat de opperrechters zich juist over dit dossier willen buigen. Er staan immers nog veel juridische vragen open over de verhouding tussen de inhoud van religieuze teksten zoals de Bijbel en strafbare feiten, waarschuwde de advocaat van de vrijgesproken parlementariër dinsdag al. Als het hooggerechtshof de zaak ontvankelijk verklaart, bestaat dus de kans dat het oordeelt dat het hof van beroep op onjuiste gronden tot zijn uitspraak is gekomen en Räsänen alsnog veroordeelt. In dat geval staat voor haar nog de weg naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg open, dat een klacht van een individuele burger tegen de staat in behandeling kan nemen. Dat is de Finse volksvertegenwoordiger ook zeker van plan, heeft ze steeds benadrukt. Mocht de kwestie tot in Straatsburg worden behandeld, dan zou die ook gevolgen elders in Europa kunnen hebben. Want de nationale rechters zullen de jurisprudentie van het EHRM in hun overwegingen betrekken en eisers uit andere landen kunnen in vergelijkbare zaken eveneens tot aan die Europese instantie procederen. Räsänen waarschuwde dinsdag zelf dat haar zaak nog niet voorbij is. En dat de ontwikkelingen rond haar gewraakte uitlatingen bewijzen dat het recht op vrije meningsuiting voor christenen onder druk staat. Daar hoef je niet mijn christelijk geloof voor te hebben om dat te zien, aldus de politica. Er zijn wereldwijd inmiddels genoeg rechtszaken gevoerd waarbij het in vergelijkbare gevallen wel tot een veroordeling kwam. Vooralsnog is Räsänen echter in hoger beroep vrijgesproken. Een unanieme uitspraak van de drie rechters van het hof is een mooie start voor een eventuele zaak bij het hooggerechtshof. Daarvoor past dankbaarheid. Het laat ook zien dat er juridisch kennelijk ruimte is om voor Bijbelse opvattingen te staan, mits ze op een fatsoenlijke manier en met de juiste toon worden uitgedragen. Onfatsoen en gebrek aan invoelingsvermogen waren het laatste dat Räsänen kon worden verweten. Ze benadrukte tijdens de rechtszittingen steeds dat ze zelf zondig is en Jezus nodig heeft voor vergeving.

Zaak-Räsänen is nog niet voorbij

Opinie | commentaar

RD.nl in uw mailbox?