De kerk in Togo kan leren van het Lutherlied
Ieder jaar na de 31e oktober is ’t hetzelfde liedje. Dan blijven de woorden van het Lutherlied me nog een poosje bij. De regels van het vierde couplet vooral: „Gods Woord houdt stand...”
Maar dit jaar ging het bij mij anders. Toen doken er bij die woorden beelden op. U ziet ze hiernaast. Beelden van een schamel kerkgebouwtje en van een stevig in beton gegoten moskee. Het contrast kan bijna niet groter en geeft pijnlijk weer hoe het met de verhouding tussen christenen en moslims is gesteld. De ‘stoere’ regels van het Lutherlied beleefde ik dit keer als bijschriften bij twee verkeerde foto’s. Houdt Gods Woord daar wel stand?
De opnamen zijn gemaakt in het noorden van Togo, een land in West-Afrika waar we met de RD-actie zijn neergestreken. Zoals u weet, vragen we aandacht voor twee projecten daar. We zijn te gast in Guinee-Bissau en richten ons daar op een project van Stichting Kimon. En we zijn in Togo, een landje zo’n 1800 kilometer oostelijker, waar een project van NET Foundation een beroep doet op onze betrokkenheid. NET Foundation wil in Togo vijf theologische opleidingen starten, waar voorgangers uit alle hoeken van het land terechtkunnen voor Bijbelgetrouw onderwijs. De meesten van hen zijn nauwelijks opgeleid en lopen daardoor risico dwaalleringen te verspreiden in plaats van Gods Woord te verkondigen. De dwaalweg van het welvaartsevangelie bijvoorbeeld, of die van occulte praktijken gedompeld in een christelijke saus.
In een land waar de ene na de andere moskee uit de grond wordt gestampt, mag het niet gebeuren dat de kerk verzwakt en verziekt omdat het Woord er niet zuiver klinkt. Of dat de gemeente wankelt vanwege grote armoede onder haar leden, terwijl ambtsdragers geen idee hebben hoe dat anders kan. Ook daarin wil de cursus van NET Foundation voorzien: hun lessen uit de Schrift aanreiken die de gemeente in materiële zin levensvatbaar houden. Met de RD-actie willen we daar graag bij helpen, want de foto’s hiernaast zijn te pijnlijk om aan te zien.
Intussen is er met die bijschriften van daarnet niets mis, integendeel. De woorden zijn onze enige hoop! Daarom blijf ik ze zingen. En we gunnen dat christenen in Togo ook. Dat ze meezingen –„Gods Woord houdt stand”– én gaan ervaren: die woorden zijn wáár.
