Een Nederlands team van specialisten vertrekt dinsdag naar Indonesië om vast te stellen waar de bruggen het best kunnen worden geplaatst en wat er nog meer nodig is. De negen noodbruggen zijn een geschenk van de NAVO. Nederland zorgt voor het vervoer en de bouw ter plekke.

Het bezoek van Bot aan Atjeh maakt deel uit van een zesdaagse reis door de rampgebieden in Azië. De minister wil daarmee de betrokkenheid van Nederland tot uitdrukking brengen en tevens nagaan hoe de hulpverlening verloopt.

Tijdens een persconferentie in de Indonesische stad Banda Atjeh legde Bot zondag uit dat Nederland bewust heeft gekozen voor zo min mogelijk publiciteit bij de hulpverlening aan de door de zeebeving getroffen gebieden in Azië. „Wij zijn eerst nagegaan waaraan behoefte was. Het planten van Nederlandse vlaggetjes had geen prioriteit.” De bewindsman verklaarde dat hij in zijn gesprekken veel dankbaarheid over de Nederlandse inzet te horen heeft gekregen.

De minister onthulde dat hij begin januari de regering in Jakarta Nederlandse (genie)troepen heeft aangeboden. Hij kreeg te horen dat Indonesië genoeg militairen had en dat Nederland beter op andere terreinen hulp kon bieden. De bewindsman zei onder de indruk te zijn van de goede wil van de Indonesische regering in de opstandige provincie Atjeh. „Leger en autoriteiten laten alle hulporganisaties toe. Het is bijna on-Indonesisch.”

Hij realiseert zich dat wederopbouw zonder een vredesakkoord geen zoden aan de dijk zal zetten. „Dat moet parallel lopen.”

Bot was in zijn gesprekken in Jakarta echter zelden zo veel bereidheid tegengekomen om vrede te sluiten en over compromissen na te denken. Over een bemiddelende rol van Nederland is hij terughoudend wegens het Nederlandse koloniale verleden in het gebied.