Meditatie: Horen en zien
Openbaring 7:9
„Na deze zag ik en ziet…”
Het schijnt dat dit alles Johannes begerig gemaakt heeft om het wat nader te bezien. Nu ziet hij het. Zien gaat boven horen. Dit zien dient hier dus tot nadere verzekering van Johannes. Door horen en zien leidt de Heere Zijn volk in de tijd op de aarde. Door de prediking van het Evangelie doet Hij hen horen, in de sacramenten doet Hij hen zien. En het is opmerkelijk: zien zal op horen volgen. In het bijzonder wanneer na het horen hier in de tijd, eens het zien zal volgen in de eeuwigheid. In dat eeuwige „na dezen” zal het een zien zijn van aangezicht tot aangezicht: „Na dezen zag ik…”
Johannes werd erdoor in vervoering gebracht! Het was een buitengewone openbaring. De plaats, waar hij in zag was de hemel. Daar, waar de troon is en het Lam (waarover we meer zullen zeggen).
De verklaarders zijn het er niet over eens of de zaak zelf, die in deze openbaring bedoeld wordt, ook plaats vindt in de hemel óf op de aarde. Sommigen menen dat door dit gezicht Gods Kerk hier op aarde wordt getoond, zoals zij triomfeert over haar vijanden na voorgaande verdrukking. En zo denkt men dat hier verschillende tijden worden bedoeld. Anderen zien hierin een openbaring van de triomferende Kerk boven, in de hemel: dus van de gezaligden voor de troon.
Abraham Hellenbroek, predikant te Rotterdam
(”Bijbelse Keurstoffen”, deel 2; 1738)