Zonder bekering neemt God kandelaar ook onder ons weg
Heeft de kerk haar eerste liefde verlaten? Christus waarschuwt de gemeente van Efeze daarvoor. Hij waarschuwt ook ons.
Als zij zich niet bekeren, neemt God het licht van de kandelaar weg (Openbaring 2:5). Hij neemt Christus weg want Hij is het Licht. Hij neemt de zuivere verkondiging van het Evangelie weg want daardoor verspreidt Hij het Licht. De duisternis van ongeloof en bijgeloof blijft dan over. Of helemaal niets.
Wat was in ons land en in onze kerk ”de eerste liefde”? God heeft ons in het verleden rijk gezegend. Dan denk ik aan de duizenden die in de 16e eeuw hun goed en bloed voor Christus hebben gegeven. Dan denk ik aan de strijd om de zuivere leer. Daaraan hebben wij de Statenvertaling en de Dordtse Leerregels te danken. Dan denk ik aan de vele waarschuwingen van onze oude schrijvers. Zij riepen altijd op tot herstel en reformatie van de kerk. Zij konden en wilden de kerk niet verlaten omdat ze zichzelf het meest schuldig wisten. Dan denk ik aan de vele opwekkingen van Gods Geest, waardoor hele dorpen onder beslag van Gods Woord kwamen.
Uitgevallen
„Gedenk dan waarvan gij uitgevallen zijt” (Openbaring 2:5). Waarvan zijn wij uitgevallen? Wat zijn wij grotendeels kwijtgeraakt? Zijn wij zo nodig bereid om ons leven en alles wat we zijn en hebben op te offeren voor de Heere Jezus, zoals de martelaren die ons zijn voorgegaan? Strijden wij op een geestelijke wijze voor de onveranderlijke waarheid van het Evangelie, zoals onze vaderen op bijvoorbeeld de Dordtse Synode? Lijden wij aan en voelen wij ons diep schuldig over de verdeeldheid van Gods kerk? Is Christus gedeeld? Is Zijn Lichaam gedeeld? O schande, o gruwel! Waar is de heilige liefdesdrang om zielen die verloren gaan het Evangelie te verkondigen? Waar is het krachtige, persoonlijke getuigenis op de plaats waar God ons stelt? Ook in onze kringen verlaten vele honderden de kerk(en) zonder zich ergens bij aan te sluiten. Slechts enkele tientallen treden toe. Wie zou niet wenen?
Als er geen bekering komt, neemt de Heere de kandelaar van Zijn Woord weg. Dat is het allerergste wat gebeuren kan. Het voltrekt zich voor onze ogen. Het percentage Nederlanders die nog onder een Bijbelse prediking opgaan, is zeer klein. Op honderden plaatsen waar recent die prediking nog te horen was, zijn de kerken verdwenen of hebben ze een andere bestemming gekregen. In talloze gemeenten en allerlei kerkverbanden is er een grote oppervlakkigheid, ook in de prediking. Dat uit zich in volle avondmaalstafels en bijna lege tweede diensten. Maar ook in een wereldse levenswijze. Dat uit zich onder meer in kleding en vermaak. Maar ook in gewenning en acceptatie van zaken die voorheen eenstemmig op grond van Gods Woord werden afgewezen. Ik denk bijvoorbeeld aan de acceptatie van lhbti-praktijken, geboortebeperking en de diepgaande hersenspoeling door de media van vooral ook onze jeugd. De geest uit de afgrond doordringt onze kerken, waardoor Bijbelse opvattingen langzaam maar zeker worden gerelativeerd en op den duur losgelaten worden. Vele predikanten gaan daarin voorop.
Stellingen
Waarvan moeten wij ons concreet bekeren? Dan richt ik vooral de aandacht op onze gereformeerde gezindte. Wij hebben algauw het gevoel: „Bij ons is de waarheid nog en wij hebben de mensen nog.” Maar is dat echt zo? En zijn de zaken ook onder ons niet aan het schuiven en aan het veranderen? Knaagt de tijdgeest, vooral via de media en vaak geleidelijk en haast ongemerkt, niet ook aan de fundamenten van ons geloof?
Toen ik hierover nadacht, moest ik denken aan de 95 stellingen van Luther. Zijn er nu ook 95 stellingen te bedenken die oproepen tot bekering in onze situatie en gezindte? Ik dacht eerst: ik zal nog niet aan de twintig komen. Maar algauw had ik er 95. Maar dat niet alleen. Het zou niet moeilijk vallen er nog 95 bij te bedenken.
In het kader van dit artikel kan ik ze niet allemaal behandelen. Ik kies er enkele uit, zonder verder commentaar en met het nummer dat ze hebben in de reeks van 95:
1. De Heere Jezus begon Zijn prediking met : „Bekeert u en gelooft het Evangelie.” Ieder die dit hoort en leest moet Hem onmiddellijk en zonder uitstel gehoorzamen.
2. Op grond van dit bevel moet alles in de kerk, in het ambtelijk en in het persoonlijk leven in overeenstemming gebracht worden met Zijn wil. Zonder uitstel of ”ja-maars”.
4. Elke ”vrome” wens of bewering in dit verband dat God het moet doen, verandert de genade van God in ongehoorzaamheid.
5. Het gebod om één te zijn in liefde is hoofdzaak. Wie dit gebod negeert verliest ook tegelijk de waarheid.
9. In dit verband is het een gruwel in de ogen van Christus dat wij de avondmaalstafel en kansel voor elkaar sluiten op grond van zogenaamde kerkelijke regels.
30. Wie niet echt door God geroepen is om het Evangelie te verkondigen, is een huurling.
31. Wie zelf niets kent van „de schrik des Heeren” (2 Korinthe 5:11) moet nooit een preekstoel beklimmen.
32. Iedere prediker die niet gedreven wordt door de liefde van Christus is een dief en een moordenaar.
34. Wie de belofte van het Evangelie niet aan alle mensen verkondigt, met bevel van bekering en geloof, gaat dwars tegen Christus in.
35. Schriftuurlijk preken is altijd bevindelijk preken. Wie een geloof predikt zonder bevinding predikt het geloof van een lijk. Hij heeft te vrezen dat hij het ook is.
37. Een prediking waarin de bevinding niet regelrecht uit de tekst in haar context en Bijbels verband voortkomt, is noch schriftuurlijk, noch bevindelijk, maar misleidend.
49. Als kerkdiensten te lang duren, ligt dat vaak aan de prediker. ”Mannen vol des Heiligen Geestes” vervelen niet.
79. Het ontbreken van vervolging legt ernstige misstanden in het leven van een christen bloot. „Want allen die godzalig willen leven zullen vervolgd worden” (2 Timotheüs 3:12).
93. Het verlangen naar de wederkomst is de thermometer van ons geloof.
Verlangen
Ik hoop en bid dat deze en ook de andere stellingen ons mogen brengen aan de voeten van Hem Die gezegd heeft: „Al wat gij de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven” (Johannes 16:23).
Hij is het Licht in onze duisternis. Hij is en geeft Zijn volheid in onze leegte. Hij vult ons door Zijn Geest met het verlangen om eeuwig vol te zijn van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Kom, Heere Jezus, kom haastig! Want dan pas zijn we echt en helemaal gereformeerd.
De auteur is hervormd emeritus predikant. Dit artikel is een samenvatting van een lezing die hij op zaterdag 28 oktober hield tijdens een Reformatieherdenking in Genemuiden.