Al generaties achtereen bomen rooien
Voor Boomrooierij Weijtmans in Udenhout is geen klus te moeilijk. „Staat een boom op een lastige plek, dan klopt men juist bij ons aan. Waar anderen stoppen, gaan wij verder”, zegt directeur Kees Weijtmans.
Elk jaar worden er door de Brabantse onderneming tienduizenden bomen geveld. „We hebben nog nooit een boom niet kunnen weghalen, ook al bevond die zich midden tussen bebouwing, en natuurlijk deden we ons werk altijd op een veilige manier. We zijn experts in ons vak. In de overlevering van vorige generaties ben ik evenmin tegengekomen dat het een keer niet lukte.”
Het familiebedrijf kent een lange historie. In de achttiende eeuw rooide een verre voorvader, een boer, al bomen. Vanaf 1921 is er sprake van een bedrijfsmatige opzet en dus vierde het bedrijf in 2021 het eeuwfeest. Niet lang daarvoor verhuisde het naar een nieuw, volledig energieneutraal pand. Samen met het terrein eromheen, bedoeld voor het stallen van materiaal en de opslag van het hout, omvat het perceel 2,5 hectare. In Son is inmiddels een nevenvestiging geopend.
Kees (55) nam in 2000 de leiding van het bedrijf op zich. „Ik ben van jongs af aan bij de zaak betrokken. Toen ik op de basisschool zat, bemoeide ik me al met de administratie.”
Particulieren
Slechts 5 procent van de omzet heeft te maken met werkzaamheden voor particulieren. De rest van de activiteiten wordt uitgevoerd voor gemeenten, aannemers en overige opdrachtgevers, zoals waterschappen, hoveniers, landschapeigenaren, kerkbesturen of tennisclubs. De stammen worden verkocht aan de houtverwerkende industrie. Takken gaan veelal in de versnipperaar en vervolgens naar centrales die energie opwekken uit biomassa.
Er zijn eenmalige orders en langlopende contracten. Zo kreeg Weijtmans van de gemeente Tilburg het onderhoud toegewezen van 670 hectare bos. Dat betekent rooien en snoeien, maar ook zwerfvuil opruimen en zorg dragen voor de biodiversiteit en andere ecologische aspecten. Voor netbeheerder Tennet ziet het Udenhoutse bedrijf erop toe dat bomen bij hun groei niet op te korte afstand van hoogspanningskabels komen. Als dat toch gebeurt, mogen ze niet altijd worden gekapt, omdat dat de leefomgeving van in de buurt levende dassen en bevers kan verstoren.
De meeste projecten vinden niet al te ver van huis plaats, vooral in Brabant, Zeeland en Limburg. Kees Weijtmans: „Onze mensen zijn ’s avonds graag thuis.” Maar voor specialistisch werk gaan wel ploegen voor meerdere dagen naar bijvoorbeeld Groningen of Brussel.
De onderneming beschikt over veel groot materiaal. Het bedrijf heeft 75 vrachtwagens, kranen en machines. Paradepaardje zijn de telescoopkranen. „Zelf bedacht en laten bouwen. We hebben er drie. We kunnen daarmee tot 32 meter hoog rooien zonder dat er iemand in de boom hoeft te klimmen. Daarin zijn wij uniek.” Een machinist bedient de zaag vanaf de grond.
Duurzaamheid
Weijtmans hecht aan duurzaamheid. „Wij zijn in Nederland veruit de grootste in onze branche. Dan dien je ook op dat gebied je verantwoordelijkheid te nemen en voorop te lopen.” Inmiddels zijn miljoenen geïnvesteerd om acht machines te elektrificeren. „Dat is financieel nog te behappen, maar doen we meer, dan moeten onze prijzen omhoog en dan gaan we orders mislopen. Nul emissie in 2030 blijft onze ambitie, maar je moet je niet over de kop investeren. Bovendien is het tekort aan stroom een knelpunt voor verder elektrificeren. Het zet, net als de stikstofproblematiek, een rem op de energietransitie en de economie.”
Weijtmans uit kritiek op de opstelling van overheden. „Wij werken voor een grote gemeente op basis van geen uitstoot, dus alleen met elektrische apparatuur. Maar deze gemeente schaft zelf vrachtwagens op diesel aan. Dan denk ik: hoe kan dat?”
De zorg voor het personeel staat hoog in het vaandel: veiligheid en gezondheid voorop. „Je probeert je medewerkers gezond naar hun pensioen te brengen. Ik ken ze allemaal bij naam en toenaam. Dat past bij een familiebedrijf.”