Kerk & religieKerkgeschiedenis

Golitsyn kreeg tegen wil en dank de leiding in Russisch-Orthodoxe Kerk

Grootvorstin Olga schrijft in haar herinneringen: „De oude oom Golitsyn at ’s middags bij ons. De kleine man, in grijs rokkostuum, wandelstok in de hand en zijn flesje Hongaarse wijn in de binnenzak, meldde zich iedere week bij mijn ouders. Hij hield van alles wat roze was, keek vol ontzag naar vrouwen in verwachting, en verzamelde snuifdozen als hobby.” Ging dit over de Golitsyn die van zo geweldige betekenis is geweest voor de oprichting van het Russisch Bijbelgenootschap in 1813? Jazeker!

Anton Stam
16 October 2023 16:29
Residentie van Golitsyn in Sint-Petersburg. beeld A. Savin-WikiCommons
Residentie van Golitsyn in Sint-Petersburg. beeld A. Savin-WikiCommons

Over Alexander Nikolajewitsj Golitsyn (1773-1844) zijn wel meer schijnbare tegenstrijdigheden geboekstaafd. „Zijn ster steeg als een komeet, om vervolgens als een baksteen naar beneden te vallen”, aldus een van zijn biografen.

De jonge Golitsyn stamde uit een oud-Russisch vorstengeslacht. Als kind al wordt hij naar de toenmalige hoofdstad Sint-Petersburg gestuurd. Op de regerende tsarina, Catharina II de Grote, maakt de opgewekte, schrandere knaap een uitstekende indruk. Zij laat hem opnemen in het corps dat wordt gedrild om hun toekomstige taken aan het hof zonder mankeren waar te kunnen nemen.

Hij valt op door rechtlijnigheid, verantwoordelijkheidsgevoel, snel begrip en een verbazingwekkend geheugen voor namen, gezichten en data. Deze jongen, vindt de tsarina, zal een uitstekende kameraad voor haar twee oudste kleinzoons zijn: de vier jaar jongere grootvorst Alexander en de nog twee jaar jongere Constantijn.

Vanaf zijn 14e jaar verkeert Golitsyn (zijn naam wordt heel divers uit het Russisch vertaald, bijvoorbeeld ook als Galatzin) nu dagelijks aan het hof. Maar als Catharina in 1796 sterft, krimpt haar zoon Paul het pompeuze hofleven danig in en moet ook Golitsyn –nu 23– het veld ruimen. Een beeldschone hofdame, op wie Golitsyn stevig verliefd is, verbreekt alle betrekkingen met hem. Zou hij daarom altijd vrijgezel gebleven zijn?

Hij gaat in Moskou wonen en „ledigt daar als levenslustige jonge knaap de beker van wereldse genoegens tot op de bodem”. Toch staat dit lege leven hem niet aan: hij gaat met toenemende geestdrift letteren en geschiedenis studeren. En, dat ook, steeds meer steekt hij de draak met alle godsdienst.

Grootschalige evangelisatie

Als in 1801 tsaar Paul vermoord wordt, volgt zoon Alexander I hem op. Hij herinnert zich zijn vroegere page en naamgenoot maar al te goed en laat hem naar het hof in Sint-Petersburg komen. Opnieuw valt Golitsyn op: door scherpzinnigheid en ijver. De tsaar ziet in hem een prima opvolger voor de procurator, de hoogste leider in de heilige synode van de orthodoxe staatskerk, die in ongenade gevallen is. Golitsyn vindt zich daarvoor te ongodsdienstig en te lichtzinnig, maar de tsaar weet van geen wijken. Golitsyn zegt uiteindelijk ja, mits hij in kerkelijke zaken altijd rechtstreeks met de tsaar kan overleggen. Dat wordt hem toegestaan; hij krijgt daarom de rang van staatssecretaris. Achtergrond van het tsaristische verzoek is dat de Russisch-Orthodoxe Kerk in die dagen totaal verstard is. Het volk, dan 50 miljoen onderdanen, moet via grootschalige evangelisatie bekendgemaakt worden met het echte Evangelie, vindt de tsaar. Daarvoor is het eveneens nodig dat onderwijssysteem en analfabetisme grondig worden aangepakt. Ook hiervoor krijgt Golitsyn de verantwoordelijkheid. Als bekroning van zijn carrière wordt hij verder benoemd tot hoofd van het nieuwe departement voor contacten met buitenlandse geloofsgemeenschappen. Hij is inmiddels 45 jaar oud.

19730662.JPG
Vorst Alexander Golitsyn, portret door Karl Brullov. beeld Wikipedia

Privékapel

Bij zijn benoeming tot hoogste leider binnen de Russisch-Orthodoxe Kerk realiseert Golitsyn zich dat zijn antireligieuze houding en zijn lichtzinnige leven onverenigbaar zijn met dit hoge kerkelijke ambt. Vol ijver probeert hij zicht te krijgen op kerkelijke zaken. Vóór alles betekent dat: zich verdiepen in het Nieuwe Testament, „misschien wel voor het eerst van zijn leven”, zoals een vertrouweling later zal schrijven. God gebruikt dat middel om hem in zijn hart te treffen. Ze merken het ook aan het hof. De steevast goedgehumeurde Golitsyn wordt steeds minder gezien op de grootse feesten in Sint-Petersburg. In plaats daarvan nodigt hij gasten en vrienden uit voor de zondagsviering in zijn privékapel, altijd gevolgd door diepgaande gesprekken-bij-de-thee in de ontvangstzaal van zijn residentie.

Een middel om het ware Rijk van Christus in Rusland voortgang te doen vinden, is de oprichting van een Bijbelgenootschap, met steun van het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap (BFBS). Golitsyn krijgt hierbij de volle medewerking van tsaar Alexander I. Verder laat hij, die immers de eindverantwoordelijkheid heeft voor godsdienstzaken, uit Duitsland geestelijken overkomen die deel uitmaken van de opwekkingsbeweging in de Allgäu. Onder hen met name de pastoors Ignaz Lindl en Johannes E. Gossner. Ze zijn in naam nog katholiek, maar om hun prediking en pastoraat volgens Bijbelse lijnen worden ze door hun eigen kerk met de nek aangekeken. In Sint-Petersburg en omgeving leidt hun optreden tot een geestelijke opwekking onder luthersen, rooms-katholieken en ook Russisch-orthodoxen.

Verdacht

Het wordt de Russisch-orthodoxe geestelijken –onder hen vooral de lager opgeleide en uiterst traditionele priesters op het platteland– te veel. Een door de altijd vredelievende Golitsyn georganiseerd gesprek met kloosteroverste Photi (Fotij), aanvoerder van de critici, mislukt. Als Golitsyn daarop het vertrek verlaat, schreeuwt de geestelijke hem na: „Anathema, wees vervloekt, anathema!”

Photi port metropoliet Seraphim aan om audiëntie bij de tsaar te vragen en Golitsyn verdacht te maken. Ze zeggen niets verkeerds over het –met grote steun van de tsaar opgerichte– Bijbelgenootschap, over Golitsyns tomeloze inzet voor volksonderwijs, medische voorzieningen en zorg voor gevangenen en vluchtelingen.

Nee, uiterst subtiel beschuldigen ze Golitsyn van een complot om samen met buitenlanders (!), zoals de vertegenwoordigers van de Engelse BFBS en de Duitse piëtistische opwekkingspredikers, „mystieke, staatsondermijnende” geschriften te verspreiden. De tsaar raakt onder de indruk en legt op 15 mei 1824 in een decreet vast dat vorst Golitsyn uit al zijn ambten gezet wordt. De voorgangers Gossner en Lindl worden uitgewezen en hun boeken moeten verbrand worden. De prille geestelijke opwekking in Rusland lijkt met één pennenstreek de kop ingedrukt. Gelukkig heeft geen enkel mens de blijvende invloed op komende generaties Bijbelgetrouwe christenen ongedaan kunnen maken.

Onderscheidingen

De persoonlijke verhoudingen tussen Golitsyn en tsaar Alexander I blijven echter uitstekend. En als na diens plotselinge dood op 25 november 1825 tsaar Nicolaas I aan de macht komt, overlaadt hij Golitsyn met de hoogst denkbare onderscheidingen.

Op latere leeftijd trekt vorst Golitsyn zich terug op zijn landgoed op de Krim. Altijd is hij bezig voor goede doelen en verdiept in goede boeken. Nogal eens verlaat hij de Krim voor korte tijd, om zich in Sint-Petersburg te verzoenen met mensen die hem ooit het leven moeilijk gemaakt hebben. Hij wil zonder enige wrok dit aardse kunnen verlaten. Het einde komt in november 1844, nadat de moeilijk ademende man nog bij vol bewustzijn het heilig avondmaal heeft gebruikt. Hij wordt bijgezet in het klooster Sint George in Sebastopol.

Evangelist Gossner vat zijn leven mooi samen: „God heeft Golitsyn gebruikt om in Rusland, dat grote, wijd uitgestrekte veld, de vruchtbare bodem hier en daar om te ploegen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer