Buitenland

Vrees voor escalatie in Kosovo na dodelijke schietpartij

De spanningen in Kosovo bereikten afgelopen weekeinde een nieuw hoogtepunt met een dodelijke schietpartij. Het geweld voedt de vrees dat de situatie in het Balkanland vroeg of laat uit de hand loopt.

26 September 2023 19:06
Eenheden van de Kosovaarse politie bewaken maandag de toegang tot het plaatsje Banjska, waar zondag een dodelijke schietpartij plaatshad. beeld EPA, Djordje Savic
Eenheden van de Kosovaarse politie bewaken maandag de toegang tot het plaatsje Banjska, waar zondag een dodelijke schietpartij plaatshad. beeld EPA, Djordje Savic

Zondagmorgen, 3 uur ’s nachts. De Kosovaarse politie rukt massaal uit naar een klooster in Banjska, vlak bij de grens met Servië. Zo’n dertig zwaarbewapende mannen in militaire uitrusting hebben zich in het complex verschanst. Bij een reeks vuurgevechten komen zeker drie van de schutters om het leven. Ook een politieman wordt gedood, maar volgens onbevestigde berichten gebeurde dat al voor de bezetting van het gebouw.

Tegen middernacht heeft de politie de situatie weer onder controle. Volgens de autoriteiten zijn zeker zes mensen opgepakt, maar onduidelijk is of ze ook allemaal aan de gewapende actie hebben deelgenomen. De Servisch-Orthodoxe Kerk, waartoe het klooster behoort, zegt dat een deel van de schutters onder dekking van de chaos en het duister is ontsnapt.

Dan begint het gesteggel over de vraag wie er verantwoordelijk is voor het geweld. Voor de Kosovaarse premier Albin Kurti is het duidelijk. Op sociale media spreekt hij van een „terroristische aanval”. Het lijdt volgens hem geen enkele twijfel dat Servië de hand in deze daad heeft. „De georganiseerde misdaad valt ons land aan, met financiële en logistieke steun van functionarissen uit Belgrado.” Het ging volgens hem om „professionals met een militaire en politie achtergrond”.

Volgens de Kosovaarse minister van Binnenlandse Zaken, Xhelal Svecla, zijn de ontsnapte schutters naar Servië uitgeweken, waar ze in plaatselijke ziekenhuizen zouden worden behandeld.

19683627.JPG
beeld RD

Ander geluid

De Servische president Aleksandar Vucic laat een heel ander geluid horen. Hij betreurt weliswaar de dood van de Kosovaarse politieman, maar schuift alle verantwoordelijkheid op het bordje van de Kosovaarse minister-president. Die is volgens hem al „maanden bezig met provocaties”. „Zijn enige wens is om ons (Servië, red.) in een oorlog met de NAVO mee te slepen. Dat is het enige waar hij de hele dag mee bezig is.”

De wederzijdse beschuldigingen staan model voor de manier waarop Servië en Kosovo met de al maanden oplopende spanningen omgaan. Die bereikten een voorlopig kookpunt in mei. Inwoners van dorpen en steden waar veel etnische Serviërs wonen, boycotten de lokale verkiezingen omdat de regering geen haast maakte met het verlenen van meer autonomie aan hun gemeenschappen. Als gevolg daarvan werden in een aantal plaatsen etnisch-Albanese burgemeesters geïnstalleerd. Bij hevige rellen raakten zeker vijftig betogers en dertig militairen van de internationale vredesmacht KFOR gewond. De NAVO stuurde 700 extra manschappen naar de regio om de rust te herstellen.

Servië reageerde door zijn leger in de hoogste staat van paraatheid te brengen en eenheden dichter naar de grens met Kosovo te dirigeren. Dat bracht de Kosovaarse president Vjosa Osmani ertoe om Belgrado ervan te beschuldigen dat het alles in gereedheid brengt om Kosovo met geweld te annexeren.

Kenteken

Eind vorig jaar botsten Pristina en Belgrado ook al. Dit keer over de eis dat Servische Kosovaren voortaan geen Servisch kenteken op hun auto mochten voeren. Na EU-bemiddeling werd de ruzie op het laatste moment gesust.

De steeds weer oplopende spanningen komen voort uit een veel diepere achtergrond. Veel Serviërs beschouwen Kosovo als de historische bakermat van hun natie, waarop zich nog veel cultureel erfgoed bevindt. In de regio bevindt zich echter al jaren een grote Albanese meerderheid.

In 1999 bombardeerden NAVO-landen het toenmalige Joegoslavië, omdat Kosovo aan etnische zuiveringen ten prooi dreigde te vallen. Ze dwongen de Servische troepen en veel burgers het gebied te verlaten. Maar in het noorden woont nog een Servische meerderheid van ongeveer 120.000 mensen, die het gezag van de regering in Pristina niet erkennen.

Toen Kosovo in 2008 de onafhankelijkheid uitriep, zijn de spanningen tussen etnische Albanezen en Serviërs alleen maar verder opgelopen, ondanks de aanwezigheid van duizenden internationale vredestroepen. De voortdurende uitbarstingen van geweld voorspellen weinig goeds voor de toekomst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer