Italië moet ook protestants gebedshuis als kerkgebouw erkennen
Wat kenmerkt een kerkgebouw? De Italiaanse belastingdienst heeft hier een duidelijke visie op. Dus moest een protestantse gemeente met een kerk die er niet rooms-katholiek uitziet naar de rechter.
Toen ik ongeveer elf jaar geleden in Rome kwam, begon ik een kleine, pas gevormde gemeente te bezoeken die nog geen eigen eredienstruimte had. Na veel gebed en fondsenwerving kon de kerk een oud pand kopen dat eerst als opslagruimte was gebruikt. Het pand werd omgebouwd tot de ruimte waarin de gemeente nu bijeenkomt voor aanbidding, doordeweekse bijeenkomsten houdt en vele activiteiten ontplooit die het kerkelijk leven gestalte geven. Er was enthousiasme met betrekking tot de inrichting van de ruimte die eindelijk ons eigendom was geworden. Het basisidee was om een plek te hebben die netjes, eenvoudig, efficiënt en veelzijdig zou zijn, indien nodig aangepast kon worden en multifunctioneel inzetbaar was.
De gemeente begon een bureaucratisch proces om de officiële bestemming van de ruimte te veranderen van ”een plaats voor commerciële activiteiten” in ”een kerkgebouw”. Dit was voordelig voor de kerk, omdat de Italiaanse wet terecht voorziet in belastingvrijstelling voor gebedshuizen.
Dit had geen moeilijk proces hoeven te zijn. In de afgelopen jaren is het echter uitgegroeid tot een juridische strijd tussen een kleine evangelische kerk en de Italiaanse nationale belastingdienst. Inmiddels komt de kwestie gevaarlijk dicht in de buurt van een ideologisch niveau. Daardoor worden de principes van de godsdienstvrijheid, die in Italië toch al onder druk staan, ter discussie gesteld.
Alle betrokken autoriteiten hadden hun goedkeuring gegeven aan de nieuwe bestemming van de ruimte. We betaalden een vergoeding van 6000 euro voor het doorvoeren van de wijziging. Alles verliep zoals gebruikelijk en er was geen reden om aan te nemen dat er problemen zouden ontstaan.
Absurd
Totdat… enkele inspecteurs van de Italiaanse nationale belastingdienst de ruimte kwamen onderzoeken. Ze wilden controleren of de plaats inderdaad een plaats van aanbidding was en dat we deze niet voor commerciële activiteiten gebruikten.
Al meteen bij binnenkomst wordt het een bezoeker duidelijk dat dit laatste niet het geval is! Er staan alleen stoelen, een lessenaar en een tafel waarop ’s zondags brood en wijn worden neergezet. In de kelder bevindt zich een bibliotheek vol theologische boeken.
De inspecteurs maakten foto’s en stelden veel vragen. Kort daarna kwam er een bericht van de rechtbank. De belastingdienst wilde het besluit om toestemming te verlenen om het gebouw tot een gebedshuis te verbouwen aanvechten. De opgegeven reden was dat het gebouw de „intrinsieke kenmerken van religieuze gebouwen” miste.
Deze reden is absurd! Betekent dit dat een gebouw zonder altaren, beelden en grootse ornamenten niet als een plaats van aanbidding kan worden beschouwd? Bij ”kerk” denken de inspecteurs helaas alleen aan de rooms-katholieke kerken die ons kerkje omringen en onze stad vullen. In Italië worden religieuze minderheden, waartoe ook de protestanten behoren, gewoon verkeerd begrepen en daardoor ondergewaardeerd.
Hooggerechtshof
Ook in het verleden hebben protestantse kerken in Italië nooit altaren of beelden gehad. De beslissing van een gemeente om een modern, eenvoudig interieur te kiezen dat het gebouw multifunctioneel maakt, mag dus niet worden aangevochten door de belastingdienst.
Ondertussen moest onze kleine kerk een advocaat inhuren en naar de rechtbank stappen. Gelukkig wonnen we de zaak en leek het erop dat het boek kon worden gesloten. Maar in plaats daarvan ging de belastingdienst in hoger beroep.
Daar werd vooral de vraag benadrukt wat de uiterlijke kenmerken van een kerk behoren te zijn. Er werden foto’s getoond van gebouwen die volgens de inspecteurs overeenkwamen met het idee van een kerk: statig en vol religieuze ornamenten. Mijn kerk won ook het tweede proces.
Toch gaf de Italiaanse belastingdienst niet op. Ze legde de zaak voor aan het Hooggerechtshof. Het kleine eredienstcentrum, zo blijft ze beweren, lijkt niet op een kerk en moet dus belasting betalen.
Bidders nodig
De uitkomst van de zaak bij het Hooggerechtshof is nog niet bekend. Ondertussen heeft een kleine gemeente met weinig middelen al 12.000 euro voor juridische procedures moeten betalen, alleen omdat de belastingdienst niet accepteert dat een gebedshuis er anders uitziet is dan de rooms-katholieke gebouwen die ze gewend is.
De Grondwet stelt niettemin duidelijk dat religieuze minderheden recht van bestaan hebben. Maar in de dagelijkse praktijk kennen de Italiaanse instellingen deze minderheden niet en willen ze die niet op dezelfde manier behandelen als de Rooms-Katholieke Kerk.
Het winnen van de zaak bij het Hooggerechtshof zou een grote doorbraak betekenen. Niet alleen voor de rechten van één kleine kerk, maar ook voor de grondslagen van de godsdienstvrijheid in het hele land en de grenzen die de staat heeft te respecteren. Italië heeft mensen nodig die bidden voor ware godsdienstvrijheid!
De auteur studeerde communicatie en theologie. Dit artikel werd eerder geplaatst op CNE.news.