Meditatie: God is enkel Licht
Johannes 1:5
„En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen.”
De mens is met kennis en rede toegerust, onderscheiden van de redeloze dieren. Of beter gezegd: opdat hij rechtstreeks tot God zou gaan, Wiens Beeld hij droeg, als in hem gegraveerd zijnde.
Helaas heeft Adam zich van God vervreemd. Daardoor is de mens van zijn rechtheid beroofd. Zo stelt Mozes de mens voor: van alle goed beroofd, verblind in het verstand, verkeerd van hart, in elk opzicht verdorven, liggende onder het vonnis des eeuwige dood.
Direct voegt hij echter daaraan toe de geschiedenis van de wederoprichting, waarin Christus ons toestraalt, met de weldaad van de verlossing. Voorts verhaalt hij in onafgebroken volgorde Gods bijzondere Voorzienigheid in het regeren en beschermen van Zijn kerk, en prijst ons de ware dienst van God aan. Hij beschrijft ons ook, waarin het heil van de mens gelegen is en moedigt ons met het voorbeeld van de vaderen aan tot onvermoeid kruis dragen.
Iedereen dus, die een eerlijk oordeel wil vormen over dit boek moet zijn aandacht laten vallen op deze hoofdzaken. Inzonderheid lette men hierop, dat nu Adam door zijn noodlottige val al zijn nakomelingen heeft verdorven. Het fundament van onze zaligheid en de oorsprong van de kerk bestaat hierin, dat wij –uit de diepste duisternis opgevoerd– enkel door de genade van God een nieuw leven ontvangen hebben, dat de vaderen door het geloof verkregen hebben. Dit Woord is nu op Christus gegrond.
Johannes Calvijn, reformator te Genève
(”Voorwoord op Genesis”, 1563)