Als die vraag gesteld wordt, slaat de twijfel toe bij een groot deel van de 400 jongeren die vrijdagavond in de Driestar in Gouda de HGJB-jongerenspecial over ”belijden-is-doen” bijwoonden.

Ds. A. Stijf, jarenlang als vrijwilliger bij de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond betrokken en nu predikant te Zegveld, lokt de jongeren die aan zijn workshop deelnemen uit hun bezwaren die ze kunnen hebben bij het doen van belijdenis te verwoorden. Heb ik wel genoeg zekerheid? Is mijn geloof wel goed genoeg? Heb ik wel genoeg blijdschap? Moet ik niet eerst gaan getuigen?

„Belijdenis doen is geen eindpunt, maar een beginpunt”, zegt ds. Stijf. „Het is geen kwestie van hoe ik me voel, maar hoe ik ervoor sta. Het is op Gods beloften gaan staan. Wie zou daar nee tegen kunnen zeggen? Drempels kun je overwinnen om op grond van Zijn beloften ja te zeggen. Dat te doen is voor honderd procent genade.”

In totaal waren er zeven workshops, allemaal rond een thema ”belijden-is…”. Een kernvraag: Ben ik er klaar voor? „Belijdenis doen is niet zomaar wat. Het is meer dan alleen maar ja zeggen tegen de waarheid. Belijden is ja zeggen tegen God, naspreken wat God tegen jou in Zijn Woord spreekt”, aldus ds. M. Messemaker uit Oud-Beijerland. „Het feit dat de Heere je heeft opgenomen in Zijn verbond gaat voor alles uit. In jouw doop heeft Hij dat bevestigd en verzegeld. Die zekerheid ligt in God Zelf. De grond van belijdenis doen zijn de verbondstrouw van God en de verzoening van Christus. Wie daarop staat, heeft vaste grond onder de voeten. Je jawoord geven is dan eigenlijk zeggen: Heere, ik doe het, omdat U het gedaan heeft!”

Van belijdenis naar avondmaal, een logische stap? „We doen niet vanzelfsprekend belijdenis. We gaan ook niet vanzelfsprekend aan het avondmaal”, zei ds. A. Baas uit Alblasserdam. „Maar waar we oprecht zijn en er een beginsel van geloof en bekering bij ons gevonden wordt, willen we in de weg van de Heere gaan. Op die weg wordt ook het avondmaal gevierd tot Christus’ gedachtenis.”

Ds. Baas wees erop hoe in de Reformatie het afleggen van geloofsbelijdenis ook het vragen van toegang tot het heilig avondmaal was. Hij vergeleek het geloof met een levend plantje. „Een levend plantje heeft verzorging nodig. Ter verzorging van de plantjes heeft de hemelse Landman ook het avondmaal ingesteld. Het is voor berouwvolle zondaren die de Heere Jezus niet meer kunnen missen, voor hen die Hem als hun Heere en Koning belijden en van harte in Zijn dienst willen staan en gaan.”

Ds. J. Belder, predikant van de Augustijnenkerk te Dordrecht, ging in op de belijdenisvragen. Een van deze vragen zegt mee te werken en bij te dragen aan de opbouw van kerk en gemeente. „Dat laat geen ruimte voor geestelijke vrijbuiterij, een consumptiementaliteit die zich onder meer uit in shopgedrag”, zegt hij. „We beloven trouw te zijn aan de eigen gemeente. Dat is heel wat anders dan de gemeente zoeken waar jij je het prettigst en het meest op je gemak voelt. De kerk is geen supermarkt waar wij onze behoeften bij elkaar shoppen.”

Ds. C. Boele te Moerkapelle behandelde het thema ”Geestelijke groei”. De Delftse evangelist Henk den Breejen en Driestar-docent Gertjan Glismeijer spraken over geloven en belijden, ook buiten de kerk, en belijdenis als het werk van de Heilige Geest. In de workshop ”De daad na het woord” ging HGJB-jeugdwerkleider Kees Zeelenberg in op de manieren waarop jongeren zich kunnen inzetten in de gemeente.