„Hoe groot zijn Uw werken, o Heere! Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van Uw goederen.”

Doordat Gods oneindige wijsheid in dit verwonderlijk kunstwerk van hemel en aarde doorstraalt, is het er ver vandaan, dat de geschiedenis van de schepping van de wereld naar behoren zou kunnen beschreven worden overeenkomstig haar waardigheid. Immers, de mate van ons verstand is té klein dat het zaken van zo’n omvang zou kunnen bevatten. Ook onze taal is niet in staat om deze dingen volledig en grondig te verhalen. Maar ook hij die zich bescheiden en eerbiedig oefent in de beschouwing van de werken Gods komt lof toe, al verstaat hij niet zo veel daarvan als wenselijk is.

Daarom vertrouw ik erop dat mijn werk –als ik mij beijver naar de mate van de mij geschonken gaven– zowel door de vromen zal worden goedgekeurd, als door God zal worden aangenomen. Het dacht mij goed dit vooraf te zeggen, opdat u gewaarschuwd zou zijn, om –als u met mij goede vorderingen wil maken in de overdenking van Gods werken– matig, leerzaam, vriendelijk en nederig van geest te zijn. Wij zien met onze ogen de wereld, betreden met onze voeten de aarde, en betasten met onze handen ontelbaar veel werken Gods. Wij vangen uit kruiden en bloemen een zoete en aangename geur op en genieten zeer grote weldaden. Maar zelfs in deze dingen, die wij begrijpen, schuilt zo’n oneindige goddelijke macht, goedheid en wijsheid dat ons verstand daarvoor te klein is.

Johannes Calvijn,
reformator te Genève

(”Voorwoord op Genesis”, 1563)

Johannes Calvijn (1509-1564) werd geboren in Noyon in Noord-Frankrijk. Hij studeerde rechten in Parijs en Orleans. Hij kwam onder invloed van de hervorming en werd theoloog en predikant te Genève, Straatsburg en opnieuw Genève. Hij schreef tal van theologische werken, waaronder de Institutie en Bijbelcommentaren, die samen de grondslag legden voor de gereformeerde theologie.