Nog geen einde aan renteverhogingen
Wanneer stopt de renterit naar boven? Wellicht horen we meer als deze week de centrale banken weer vergaderen. Ditmaal in de eurozone nog een kwart procentpunt erbij, lijkt het.
De monetaire instellingen hebben in de achterliggende periode hard op de rem getrapt. De Europese Centrale Bank (ECB) bracht zijn depositotarief in een jaar tijd van -0,5 procent naar 3,5 procent. De Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse evenknie, overtrof die sprong zelfs: van bijna nul in maart 2022 naar ruim 5 procent nu. De omstandigheden waren er ook naar: de inflatie versnelde tot ongekende niveaus. De beleidsmakers wachtten (te) lang met ingrijpen, omdat zij aanvankelijk meenden dat de druk op de prijzen spoedig zou overwaaien, maar toen dat een misrekening bleek, moesten zij alle registers opentrekken.
Zo’n verkrapping van het geldbeleid werkt pas met flinke vertraging door in de bedrijvigheid, leert de ervaring. Inmiddels tekenen de effecten zich toch wel af. Zo tonen ondernemingen en huishoudens steeds meer terughoudendheid met het afsluiten van leningen, blijkt uit cijfers van de ECB. Die inzakkende kredietverstrekking draagt bij tot een rem op de groei van de economie. Het eurogebied verkeert inmiddels, na twee kwartalen achtereen met een krimp van 0,1 procent, in een milde recessie. Nederland komt, na de -0,3 procent in de eerste drie maanden van het lopende jaar, mogelijk eveneens in die situatie terecht. In ieder geval is er sprake van een stevige dip na de 4,5 procent over geheel 2022.
Discussie
De bestedingen beperken is precies wat de bestuurders in Frankfurt beogen. Minder vraag naar producten verschaft immers minder ruimte om prijzen te verhogen. Maar de discussie zwelt aan: gaan de centrale banken niet te lang door met het opstuwen van de rente, waardoor zij de economie te sterk afknijpen?
In Europa klinkt dat geluid met name uit de zuidelijke regio. De regeringen daar behoren in monetair opzicht traditioneel tot, zoals ze worden aangeduid, de duiven. Zij zijn, anders dan de zogenoemde haviken, voorstanders van een soepele aanpak; plat gezegd: hoe lager de rente, hoe beter. Onder anderen de Italiaanse premier Giorgia Meloni uitte recent forse kritiek op het „simplistische recept van renteverhogingen”, dat haar land opzadelt met stijgende financieringslasten over de enorme staatsschuld.
Inflatietempo
Toch ziet het er niet naar uit dat de ECB nu al stopt met de opwaartse lijn van zijn tarieven. Het inflatietempo neemt wel af -in juni in de eurozone 5,5 procent- maar ligt nog altijd ver boven de doelstelling van 2 procent. De energieprijzen zijn gedaald, maar de onverminderde krapte op de arbeidsmarkt leidt ertoe dat de lonen omhoog schieten en dat draagt niet bij tot een meer beheerste prijsontwikkeling.
Donderdag vindt in Frankfurt de zeswekelijkse vergadering plaats. Opnieuw een aanpassing van 0,25 procentpunt is de algemene verwachting. Eind juni, op een conferentie in Portugal, gaf president Christine Lagarde aan dat zo’n stap in juli „zeer waarschijnlijk” is. „We hebben nog een eindje te gaan in de strijd tegen de inflatie”, voegde ze daaraan toe. Misschien na de vakantie, in september, dus nog een keer een ‘kwartje’ erbij? Dat hangt volgens haar af van de dan beschikbare gegevens over de economische gang van zaken. Samengevat zoals Luis de Guindos, vice-president van de ECB, het uitdrukte: „Ik denk dat juli een voldongen feit is, september ligt open.”
De Fed, die in juni de pauzeknop indrukte en daarmee een afwachtende houding aannam, maakt woensdag zijn besluit bekend. Voorzitter Jerome Powell hintte er de voorbije weken op dat hij en zijn collega’s ditmaal eveneens kiezen voor een verdere verkrapping.
Recessie
De centrale banken lijken bereid bij het temmen van de prijsexplosie een eventuele recessie op de koop toe te nemen. Laten zij de teugels te vroeg vieren, dan kunnen de kosten later nog zwaarder uitvallen. Dat gebeurde begin jaren tachtig van de vorige eeuw, toen zij de rente in tweede instantie tot boven de 10 procent moesten optrekken, waarna een diepe recessie optrad.
Het blijft voorlopig spannend hoeveel rentemaatregelen er nog volgen, op welk niveau uiteindelijk de top zal worden aangetikt. „We zullen het weten als we er zijn”, in de woorden van Lagarde.