Sanquin werkt aan kweekbloed als alternatief voor donatie
Binnen drie jaar zal de eerste proefpersoon in Nederland een transfusie met in het laboratorium gekweekt bloed kunnen krijgen, verwacht Sanquin Bloedvoorziening. Zijn bloeddonoren in de toekomst nog nodig?
Het is niet meer de vraag óf, maar wanneer de eerste patiënt bloed zal ontvangen dat gekweekt is in het laboratorium. Onderzoekers van bloedbank Sanquin zijn er namelijk in geslaagd om zelf rode bloedcellen te maken. Zonder dat daar een donor aan te pas kwam, meldt Gerald de Haan, directeur Research bij Sanquin.
Dit gebeurt met behulp van aangepaste stamcellen van het beenmerg, legt hij uit. „De gekweekte rode bloedcellen zien er precies hetzelfde uit als bloedcellen die we van een donor krijgen. Ze bevatten geen genetisch materiaal en uit tests blijkt dat ze doen wat ze moeten doen.”
Met de introductie van kweekbloed zoekt Sanquin naar een alternatief om „nog efficiënter producten uit bloed” te kunnen maken. Dat kunnen de rode bloedcellen zijn, die zorgen dat zuurstof wordt vervoerd in ons lichaam, maar ook de kweek van immuuncellen voor de bestrijding van tumoren. „Er zijn huidkankerpatiënten die op deze manier genezen zijn.”
Bloedgroepen
Het gebruik van kweekbloed kan uiteindelijk een alternatief zijn voor de afname van bloed bij 400.000 donoren die Sanquin nu heeft, voorspelt hij. „We zijn nu van hen afhankelijk; als zij niet komen opdagen, komt de bloedvoorziening in Nederland in gevaar. De leveringszekerheid wordt met kweekbloed als alternatief veiliggesteld. Verder moeten we nu bij elke donatie het bloed testen op de afwezigheid van virussen. Dat is een enorme operatie en die tijd en moeite kan worden bespaard met kweekbloed.”
Verder biedt gekweekt bloed ook een oplossing voor de schaarste van zeldzame bloedgroepen. „Vooral patiënten uit andere landen dan West-Europa, zoals Afrika, hebben meer verschillende bloedgroepen omdat de mensheid daar een langere geschiedenis heeft. We zien deze groepen steeds vaker in West-Europa, dus de behoefte aan passend bloed stijgt.”
Het grote nadeel van kweekbloed is volgens hem op dit moment de prijs. „Een halve liter kweekbloed kost zeker het tienvoudige van wat een halve liter donorbloed kost. We hebben achtduizend van zulke donaties per week, dan kun je bedenken dat het om veel geld gaat.”
Hoeveel precies, kan hij niet zeggen. „Vergeet niet: toen de eerste auto op de markt kwam, was die ook onbetaalbaar. Nu niet meer. Zo gaat dat met technologie. Ik verwacht dat de eerste mens in Nederland binnen drie jaar kweekbloed zal ontvangen. Voordat er grootschalige productie is met hulp van bioreactoren, zal dat nog wel twintig tot dertig jaar duren. Daarvoor zijn strikte kweekcondities nodig en moet je goed weten welke materialen je wel en niet kunt gebruiken. In die fase zitten we op dit moment.”
Dat het nog wel even duurt tot iemand daadwerkelijk kweekbloed ontvangt, heeft ook te maken met wet- en regelgeving. „Er is discussie over hoe je naar kweekbloed moet kijken: is het een geneesmiddel of een celproduct van de biomedische technologie? In het eerste geval ligt de lat om kweekbloed te mogen gebruiken veel hoger dan in het tweede geval. Waar moet de bloedkweek aan voldoen om te mogen worden toegepast? Dat is nog best een lang traject.
Het is belangrijk daar goed over na te denken met elkaar, zowel in economisch, maar ook in ethisch opzicht. Het gebeurt vaker dat er dingen technisch mogelijk zijn, maar de wetgeving nog niet op orde is. Daarom is het belangrijk dat wetenschappers vertellen waar ze mee bezig zijn, ook al hebben ze nog niet alle antwoorden. We delen onze kennis met andere wetenschappers. De ontwikkeling van kweekbloed wordt nog maar op enkele plaatsen in de wereld onderzocht.”