Curatorium bezint zich op locatie opleiding
Als de ontkerkelijking in de stad Rotterdam zich in het huidige tempo voortzet, verwacht het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten dat de theologische school te Rotterdam moet uitzien naar een andere locatie.
„Rotterdam loopt kerkelijk leeg, dat heeft consequenties voor de locatie van de school aan de Boezemsingel”, zei ds. J. J. van Eckeveld, voorzitter van het curatorium van de theologische school.
Penningmeester J. Kempeneers (Hendrik-Ido-Ambacht) zei dat de exploitatie van de school, uitsluitend met behulp van collecten en giften, niet ieder jaar sluitend te krijgen is. „Daarbij komt dat een nieuwe plaats van vestiging steeds urgenter wordt.”
De synode van de Gereformeerde Gemeenten was woensdag bijeen. Ook donderdag zal de synode vergaderen. Het betreft de vervolgzitting van de in september geopende synode 2004. De lopende synode vergadert nu voor de 22e maal in de Westerkerk te Utrecht. Als afgevaardigden van de Netherlands Reformed Congregations in Noord-Amerika en Canada (NRC) waren aanwezig ds. P. van Ruitenburg (Chilliwack) en student E. Adams.
Bij de behandeling van het rapport van de financiële commissie stelde afgevaardigde ds. W. Harinck (Woerden) dat er in toenemende mate een beroep wordt gedaan op de offervaardigheid van de gemeenten. De taken van verschillende deputaatschappen worden steeds omvangrijker. Er is steeds meer geld nodig. „Hebben we een idee waar het plafond zou kunnen liggen?”
Ds. W. Visscher (Amersfoort), voorzitter van de financiële commissie, zei dat het wellicht goed zou zijn als aangegeven wordt waar de prioriteiten liggen: bij kerkelijke doeleinden, bij diaconale doeleinden, bij binnenlandse of bij buitenlandse projecten? „De commissie acht het niet opportuun daar beleid op te maken”, zei ds. Visscher, „maar misschien kan de synode zich daarop beraden. Men kan het aantal collecten niet maar blijven verhogen.”
Ds. C. A. van Dieren (Rijssen) wees erop dat niet alle gemeenten zich in dit opzicht houden aan de adviezen van de generale synode. „Zo wordt de last van de welwillende gemeenten wel erg zwaar.”
Ouderling G. D. Pas (Gouda) pleitte voor meer bezinning in dit opzicht. „Maar laten we ook niet gaan dirigeren van bovenaf.”
Ouderling G. H. Verweij (Den Haag) zei dat er ook van buitenaf in de kerkelijke vijver wordt gevist. „Ik zou er graag voor willen pleiten dat kerkelijk geld ook kerkelijk wordt besteed.”
Ds. Van Ruitenburg stelde voor om in Nederland, zoals dat in Amerika reeds enigermate het geval is, meer bezinning plaats te laten vinden op de bijbelse besteding van geld en op de plaats en de inhoud van de tienden.
Ds. G. J. N. Moens (Goes) vroeg te waken voor onnodige concurrentie tussen de onderlinge deputaatschappen.
Bij de bespreking van het rapport van het deputaatschap buitenlandse kerken vroegen ds. G. J. van Aalst (Klaaswaal) en ds. C. J. Meeuse (Apeldoorn) naar mogelijkheden om de formele zijde van de correspondentieband met de Noord-Amerikaanse zustergemeenten te verstevigen. Op voorstel van de tweede preses, ds. P. Mulder (Dordrecht), besloot de vergadering bij volgende synodevergaderingen aan de afgevaardigden een besluitenlijst van de synodevergaderingen van de NRC te overhandigen.
De vergadering sprak over de geïsoleerde positie van de Reformed Congregation te Carterton (Nieuw-Zeeland). Dientengevolge werd besloten om ds. A. T. Vergunst, predikant te Carterton, uit te nodigen voor een bezoek aan een volgende generale synode.
Bij de behandeling van het rapport van het deputaatschap hulpverlening bijzondere noden vond de vergadering het positief dat dit deputaatschap zo mogelijk ook oog heeft voor bevolkingsgroepen die minder de aandacht krijgen van de media.
Op een vraag van ds. M. J. van Gelder (Middelburg) zei de voorzitter van het deputaatschap hulpverlening bijzondere noden, ds. L. Blok (Ermelo), dat er aandacht is voor toenemende behoefte aan hulp in eigen land als gevolg van de economische teruggang en de bezuinigingen door de overheid.
Het deputaatschap hulpverlening bijzondere noden heeft tot nu toe voor de zeebeving in Zuidoost-Azië ruim 1,1 miljoen euro bijeengebracht.
Het bestuur van de Cursus Godsdienstonderwijs (CGO) zei op een vraag van ouderling A. van de Kieft (Barneveld) dat reeds besloten was kritischer te zullen omgaan met de inhoud van sommige scripties.
Het deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting presenteerde woensdag op de generale synode de publicatie ”Verbond, prediking en geestelijk leven”. Het boek biedt zicht op de bijbels-theologische en kerkhistorische wortels van de prediking binnen de Gereformeerde Gemeenten. Doelgroep van deze uitgave, die geredigeerd is door J. J. Grandia, J. van Mourik, B. van Ojen en J. Pas, zijn geïnteresseerde gemeenteleden en vooral studerende jongeren. Het boek (uitg. Den Hertog, Houten) is een verdieping van de uitgave ”Zijn verbond en woorden” waarvan er inmiddels 6000 zijn verspreid.
De vergadering heeft 17 maart aangewezen als volgende vergadermoment. Dan wordt onder meer gesproken over het rapport van de in september benoemde commissie ambt en echtscheiding, en over het rapport van de commissie kerkelijke eenheid.