Bush noemde democratie „een werk in uitvoering" waar generaties overheen zullen gaan. Tijdens zijn inaugurele rede zei Bush vorige week de verspreiding van vrijheid en democratie over de hele wereld tot het speerpunt te zullen maken van het buitenlandse beleid tijdens zijn tweede ambtstermijn.

Bush prees de recente democratische ontwikkelingen in onder meer Afghanistan en de door Israël bezette Palestijnse gebieden. „Het Afghaanse volk heeft op vrije wijze zijn leiders gekozen, en de Palestijnen hebben een president gekozen die het geweld wil afzweren. Hij noemde ook Oekraïne, waar het afgelopen weekeinde na een door fraude en chaos ontsierde verkiezingsstrijd de pro–westerse Viktor Joesjtsjenko werd beëdigd als president.

Bush riep de Iraakse bevolking de voorbeelden die in die landen zijn gesteld, te volgen en massaal te gaan stemmen, ondanks de terreurdreiging die de stembusgang van komende zondag dreigt te ontregelen. „Ik verwacht een groots moment in de Iraakse geschiedenis", aldus de president.

Over terroristen die de stembusgang willen verstoren zei Bush: „Zij hebben geen visie op een betere toekomst. Ze zijn bang voor een vrije samenleving". De overgrote meerderheid van de Irakezen wil volgens Bush wel deelnemen aan het democratisch proces, hoewel hij erkent dat velen zich „geïntimideerd" voelen door bedreigingen van terroristen…

Bush weigerde in te gaan op de vraag aan welke criteria de Iraakse verkiezingen volgens hem moeten voldoen. „Het feit dat er gestemd wordt, is al een succes op zich", zei hij. De democratisering van Irak is eveneens een langlopend proces, dat het komende jaar op gang moet komen, benadrukte Bush.

Gevraagd naar zijn standpunt over de politieke situatie in China en Rusland, zei Bush dat hij die landen „er doorlopend aan zal herinneren" dat zij werk moeten maken van democratie en mensenrechten. Wel zei hij dat de bilaterale betrekkingen met beide grootmachten daardoor niet onder grote druk mogen komen te staan.