Meditatie: Als een graf
Psalm 5:10
„Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf.”
Hun verstand gebruiken zij ook niet goed. Want hun verstand is beroofd van alle goeds. Ik heb het hier over mensen die in slechtheid leven. „Hun keel is een open graf.” Inderdaad bedoelt de dichter hier iets dat de dood tot gevolg heeft, of het uitbraken van dode leerstukken die nergens naar ruiken. Waarschijnlijk heeft iemand gelijk als hij de monden van hen die zulke schandelijke dingen verkondigen „een open graf” noemt. Hun geopende monden lijken immers sprekend op een geopend graf! Want de penetrante geur die hieruit tevoorschijn komt, is nog veel erger dan de stank die je normaal ruikt, want zij wordt voortgebracht door een ziel die in staat van ontbinding is. De monden van hen die uit zijn op meer bezit zijn precies zo. Zij brengen niets gezonds voort, maar zij zijn bezig met vuil bedachte moorden en het roven van bezit.
Laat uw mond echter geen graf zijn, maar een schatkamer. Immers, schatkamers verschillen nogal van graven, die wat ze ontvangen hebben, verloren laten gaan. Maar de eerstgenoemde bewaren dat juist. Houd u toch ook de blijvende rijkdom vast van de liefde voor de Wijsheid! En houd niet vast wat vreselijk stinkt en bezig is te verrotten.
Ook zei hij niet alleen maar „graf”, maar „open graf”, om daarmee duidelijk te maken dat de vieze stank nog veel erger is.
Johannes Chrysostomus, kerkvader te Constantinopel
(”Dagboek Vroege Kerk”, 2010)