Statushouders hebben te horen gekregen dat ze in Nederland mogen blijven. Ze zijn erkend als vluchteling, en kunnen het asielzoekerscentrum dus verruilen voor een gewone woning. Maar door de woningnood zijn er niet genoeg woningen voor ze. Noodgedwongen zitten ongeveer 16.000 statushouders nog in het asielzoekerscentrum, waar ze niet kunnen plaatsmaken voor nieuwe asielzoekers. Daardoor loopt de opvang vast.

Elke gemeente krijgt van het Rijk opdracht om een bepaald aantal statushouders op te vangen. Rotterdam zegt dat het daar de afgelopen jaren steeds aan kon voldoen, maar dat het aantal dit jaar verdubbelt. Dat zou ten koste gaan van andere woningzoekenden, onder wie starters en kwetsbare groepen. „Dat vinden wij ongewenst. De beschikbare woningen om aan de vraag naar huisvesting te voldoen, zijn onvoldoende”, zegt de Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar, vandaar het schip als noodoplossing.

Op de boot is plek voor duizend statushouders die in Rotterdam moeten komen wonen. Ook ongeveer vijfhonderd aanstaande inwoners van andere gemeenten in de regio kunnen er terecht. In ruil daarvoor gaan volgens de gemeente de plannen voor een asielzoekerscentrum in Barendrecht niet door. Dat complex zou aan de grens met Rotterdam komen, niet ver van achterstandswijk Lombardijen. Rotterdam was boos over dat plan.

Rotterdam krijgt ook geld van het Rijk om tijdelijke woningen te bouwen, en om kantoorpanden en zorglocaties om te bouwen tot woningen. Daar kunnen zowel statushouders als andere woningzoekenden terecht.

Asielstaatssecretaris Eric van der Burg zegt dat hij heel blij is met de afspraken met Rotterdam. „De eerste doorstroomlocatie voor statushouders wordt een feit. Deze groep mensen met een verblijfsvergunning wordt tijdelijk gehuisvest op de ferry. Dat vermindert de druk op de asielopvang. Top.”