Meditatie: Zondag, Gods dag
Hebreeën 4:10
„Want Die ingegaan is in Zijn rust, heeft Zelf ook van Zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.”
Wie de Heere Jezus liefheeft, die heeft ook de dag des Heeren lief. Dat niet alleen, omdat hij het vierde gebod –net als de andere van de tien geboden– liefheeft, maar ook omdat de verandering van de bijzondere rustdag van de laatste tot de eerste dag der week door de Heere Jezus en door Zijn apostelen is geschied. En dat ter gedachtenis ervan dat Hij op die dag van Zijn werken –de werken der verlossing– heeft gerust, zoals de Vader op de laatste dag der week van Zijn scheppingswerken rustte.
Hebreeën 4:10 zegt immers: „Want Die ingegaan is in Zijn rust, heeft Zelf ook van Zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne.” Daarom heeft de christelijke kerk vanaf de opstanding van Christus die dag des Heeren zo eerbiedig gevierd en daarop ’s Heeren Avondmaal gehouden.
Zo was Johannes op de Dag des Heeren in de geest (Openbaring 1:10). En op de eerste dag der week waren de discipelen bijeengekomen om brood te breken en het Woord te prediken en te horen (Handelingen 20:7). En op elke eerste dag der week legde een ieder van hen iets bij zichzelf weg, vergaderende een schat (1 Korinthe 16:2).
Zij noemden die dag een verlustiging, opdat de Heere geheiligd werd, Die te eren is, en ze eerden die dag zo, dat ze hun wegen niet deden, en zo verlustigden zij zich in de Heere (Jesaja 58:13,14).
Jacobus Koelman, predikant te Sluis
(”Van de liefde tot de Heere Jezus”, 1690)