Na vergeving de Heere volkomen dienen
Moet het niet ons gebed zijn om als geredde zondaren God volkomen te mogen dienen?
Het gebeurde eens in de 19e eeuw op een slavenmarkt in het zuiden van de Verenigde Staten. Er werd een sterke jonge zwarte slaaf te koop aangeboden. Een rijke man kwam langs en kocht hem. Hij nam hem vervolgens mee naar een notariskantoor, liet de notaris een document opstellen en gaf dit vervolgens aan de zojuist gekochte slaaf. Hij zei: „Dit is het document dat bewijst dat u officieel bent vrijgelaten. U bent nu een vrij man en u kunt gaan en staan waar u wilt.” De slaaf was volkomen verbaasd, viel neer aan de voeten van de rijke man en zei: „Ik wil nergens heen, maar ik wil u volkomen dienen.”
Ditzelfde gebeurt als een zondaar geconfronteerd wordt met Christus’ reddende liefde. Die liefde, uitgestort in het hart, brengt een zondaar op zijn knieën met het gebed om de Heere volkomen te mogen dienen.
Dat gebeurt eveneens wanneer wij beseffen wat het betekent dat God de zonde vergeeft. Dat is werkelijk een wonder van Gods onbegrijpelijke liefde. Wij vinden het moeilijk om te vergeven. Want vergeven kost ons een beetje eigen eer en dan moeten we ergens overheen stappen. Dat alleen al vinden wij erg moeilijk. Iemand vergeven kost ons wat. Maar vergelijk dat nu met wat het God gekost heeft om te vergeven. Het kostte Hem Zijn eniggeboren en innig geliefde Zoon. Het dierbaarste wat God had, heeft Hij gegeven om mensen te kunnen vergeven.
Laten we daarnaast ook bedenken hoe vaak God zonden vergeeft. Wij zijn gauw klaar met het vergeven van zonden, vooral wanneer iemand keer op keer tegen ons iets verkeerds zegt of doet. En toch zijn wij gewoon om dagelijks te bidden om vergeving van onze zonden. Hoe vaak hebben wij dat gebeden? En hoe vaak heeft de Heere dat gebed verhoord? Hoeveel zonden heeft de Heere niet vergeven in ons leven!
Dan moeten we ook beseffen wat God met die zonden gedaan heeft. Zo ver het oosten is van het westen, zo ver doet de Heere de schuld en de zonden van Zijn kinderen weg (Psalm 103:12). De Heere werpt de zonden in een zee van vergetelheid. De profeet Micha (7:19) getuigt dat de Heere de zonden van Zijn volk in de diepten van de zee werpt. Die zonden worden niet in ondiep water geworpen, zodat ze altijd zichtbaar zouden zijn. God werpt die zonden niet in de branding van de zee, zodat de golven steeds weer die zonden zouden opwerpen. Nee, God werpt die zonden in de diepte van de zee. Ze worden nooit meer teruggevonden.
Een ander beeld is dat de Heere de zonden niet maar bedekt (dan zouden ze er nog zijn) maar volkomen schoonwast. Al waren die zonden rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol (Jesaja 1:18). De zonden worden voor eeuwig weggedaan. De Heere komt er nooit meer op terug. De Heere vergeeft ook graag. Een mens hoeft niet aan allerlei voorwaarden te voldoen om Gods vergevende genade te ontvangen. De verloren zoon werd gelijk omarmd door zijn vader. Zo is God.
Wanneer we dit allemaal op ons laten inwerken, zou onze reactie dan niet dezelfde moeten zijn als die van de vrijgelaten slaaf? Zou het dan niet ons gebed moeten zijn om de Heere volkomen te mogen dienen? Is de Heere dan niet alles waard? Wie is een God als Gij, die de ongerechtigheid vergeeft (Psalm 103:3)? Dan is het onze plicht om de Heere te dienen naar het Woord dat Hij ons overgeleverd heeft. Dan moeten we niet wijzer willen zijn dan God. Dan moeten we niet naar de mens of naar de cultuur luisteren, maar naar die God Die al onze liefde waard is. Dan heeft Zijn Woord het laatste woord.
Wanneer we Zijn liefde ervaren in het hart, dan verlangen we ernaar God volkomen te dienen. Aan deze zijde van het graf zal dat niet lukken. Hier is het nog maar een begin. Maar straks zullen allen die hebben leren roemen in Gods vergevende liefde Hem zonder zonde eeuwig en volkomen dienen. Maar kennen wij nu al dat gebed: Heere, leer mij U volkomen dienen?
De auteur is emeritus predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Weerwoord gaat in op vragen die in deze tijd op christenen afkomen.