De deelstaat Caquetá waar de op 1 mei bij een vliegtuigcrash verdwenen kinderen zijn gevonden, is meer dan twee keer zo groot als Nederland en er wonen nog geen half miljoen mensen. De kinderen zijn vrijdag uiteindelijk gevonden door een commando speurders bestaande uit 120 militairen en meer dan zeventig indiaanse bewoners van het Amazonegebied en een speurhond.

Ze hadden wekenlang gezocht in de jungle onder de naam Operatie Hoop. Toen de kinderen gevonden waren, stuurde een officier allereerst de vooraf afgesproken boodschap „Wonder, Wonder, Wonder, Wonder” naar het hoofdkwartier. Daar werd meteen begrepen dat alle vier in leven waren aangetroffen. Ze zijn inmiddels in de hoofdstad Bogota voor verder medisch onderzoek in een militair ziekenhuis, Ze hebben in de hoofdstad ook een oma.

President Gustavo Petro kondigde de vondst van de kinderen opgetogen aan: „Een vreugde voor het hele land! De vier kinderen die veertig dagen geleden verdwenen in de Colombiaanse jungle zijn levend teruggevonden. Ze waren alleen, ze hebben het zelf gered. Het is een voorbeeld van extreem overleven dat de geschiedenis in zal gaan.”

Eerder was er al hoop dat de kinderen nog in leven konden zijn, omdat tijdens de zoektocht dagen na de crash eigendommen en een deels opgegeten appel in het gebied rond de plaats van de crash waren gevonden. Er was ook treurig nieuws van het Colombiaanse leger volgens de media. De speurhond Wilson die mee was met de zoekactie is verdwaald en niet teruggevonden. De hond heeft volgens CaracolTV een belangrijke rol gespeeld tijdens het laatste deel van de zoekactie.

De kinderen zijn broers en zussen in de leeftijd van één tot dertien jaar oud. Ze verloren hun moeder Magdalena Mucutuy, bij het vliegtuigongeluk. De vader heeft de kinderen al gesproken.