„Binding aan de leer niet zomaar loslaten”
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) moeten zich „wel tien keer bedenken voordat zij op de stringente binding aan de leer terugkomen”, schrijft dr. A. N. Hendriks in het jongste nummer van Nader Bekeken, een blad „tot versterking van het gereformeerde leven.”
In zijn artikel ”Confessioneel, niet confessionalistisch” wijst de emeritus predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Amersfoort onder andere op de gesprekken die de vrijgemaakte deputaten hebben gevoerd met de Nederlands Gereformeerde Kerken en waaruit „duidelijk naar voren is gekomen dat deze kerken meer ruimte wenselijk en noodzakelijk achten om in alle openheid over onderwerpen te kunnen doorspreken, dan in het kader van ondertekeningsformulieren mogelijk is. Wie iets anders op een bepaald punt van de leer publiceert, moet niet meteen met schorsing bedreigd worden.”
Ook in de GKV zelf, signaleert dr. Hendriks, wordt gepleit voor een soepeler omgang met de belijdenis, „die verder gaat dan cosmetische kritiek.” Hij verwijst dan naar verschillende recente voorstellen om „in de kerkelijke weg te komen tot een nieuw ondertekeningsformulier.”
In de ogen van de auteur moeten de kerken zich „wel tien keer bedenken” voordat zij op de stringente binding aan de leer terugkomen. „De binding van de ondertekeningsformulieren bewaart de gemeente voor persoonlijke opvattingen en honoreert dat de confessie het amen van de kérk is. Wie het laatste serieus neemt, kan de weg niet openen voor „een doorspreken in alle openheid.” Want de belijdenis is geen discussiestuk, maar het gelóófsantwoord van de kerk. Dat geloofsantwoord kan niet publiek ter discussie staan. Zo gauw dat gebeurt, heeft men de confessie gedenatureerd.”
Binnen het kader van de ondertekeningsformulieren is er ruimte, stelt dr. Hendriks. „Maar het is een ruimte die ingeperkt wordt door respect voor het amen van de kerk. Nieuwere inzichten zijn mogelijk. Gerechtvaardigde kritiek wordt niet monddood gemaakt. Maar de kerken nemen hun confessie zo serieus, dat zij dan ook een doorwrocht stuk -de auteur doelt op een gravamen; red.- verwachten waarover zij zich in hun vergaderingen kunnen uitspreken. Zij hebben de wacht over de zuiverheid van de leer en mogen niet toelaten dat de gemeenten in verwarring raken over het gemeenschappelijk geloof.”