„Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.”

Die rust is niet volmaakt zolang wij nog niet in de hemel zijn. Maar de rust heeft hier een begin. De gelovige gaat nu al in die rust. Het ingaan in de rust is zoet. Zie eens naar hen die van deze bevinding mogen spreken. Ongelovigen blijven in hun rusteloze toestand, maar geloof in Christus leidt de ziel tot rust. Christus is de rustplaats van arme zondaars. Het geloof dat de ziel met Christus verenigt, brengt de ziel tot rust in Hem. Zij die waarlijk in Christus geloofd hebben, gaan door Hem in de rust.

Wie zijn het die waarlijk geloofd hebben? Het is nu niet onze bedoeling breedvoerig in te gaan op de aard van het geloof. Alleen met het oog op de Evangelieboodschap wil ik tonen wie geloofd hebben. Zij die geloofd hebben, hebben geloofd dat de genade en gunst van Christus voor hen persoonlijk is. Deze gunst werd hun voorgesteld in Zijn Woord van genade tot hen, waardoor Hij hun Zijn gewilligheid getoond heeft om hen te redden van zonde en toorn.

Hoor de echo van de gelovige ziel op het Woord van genade: „Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben” (1 Timotheüs 1:15).

Thomas Boston, predikant te Ettrick

(”Derde zevental preken”, 2005)